Rijden met uw auto
De Cruise Control wordt
uitgeschakeld als:
• Het rempedaal wordt ingetrapt.
• Het
koppelingspedaal
ingetrapt.
(handgeschakelde
transmissie)
• De toets Pause/Resume op het
stuurwiel wordt ingedrukt.
• De toets Driving Assist wordt
ingedrukt.
controlelampje
en
controlelampje SET gaan UIT.
5-142
• De toets Driving Assist wordt
ingedrukt.
controlelampje
controlelampje SET gaan UIT.
(indien uitgerust met Speed Limit
Control)
• De selectiehendel wordt in stand N
(Neutraal) gezet. (auto met een
automatische transmissie/Double
clutch-transmissie)
• De rijsnelheid wordt verlaagd tot
een snelheid lager dan ongeveer
30 km/h.
• De ESC in werking is.
OPDE050121
• Er wordt teruggeschakeld naar de
2e
versnelling
wordt
handmatig schakelen. (auto met
een automatische transmissie/
Double clutch-transmissie)
Het
het
i
Informatie
Het
Door
en
het
wordt de werking van de Cruise
Control
controlelampje
instrumentenpaneel gaat uit), maar
het
uitgeschakeld als op de toets Driving
Assist wordt gedrukt. Beweeg de
selectieschakelaar Pause/Resume op
het stuurwiel omhoog om de Cruise
control weer in te schakelen. De
Cruise Control keert terug naar de
eerder door u ingestelde snelheid,
tenzij het systeem is uitgeschakeld
doordat op de toets Driving Assist is
in
de
modus
gedrukt.
bovenstaande
handelingen
onderbroken
(het
SET
op
systeem
wordt
alleen
het