i
Informatie
• Breng
de
motor
bedrijfstemperatuur
door
stationair te laten draaien.
Ga rijden met gematigde
toerentallen.
Vermijd
accelereren en decelereren.
• Trap altijd het rempedaal in bij het
starten van de motor. Trap niet op
het gaspedaal bij het starten van de
motor. Laat de motor niet met een te
hoog toerental draaien om hem op
bedrijfstemperatuur te brengen.
Starten van de dieselmotor
Om de dieselmotor te starten bij
koude
motor
moet
voorgegloeid worden en vervolgens
opgewarmd worden voordat u gaat
rijden.
Auto
met
handgeschakelde
transmissie:
1. Zorg ervoor dat u de Smart Key
altijd bij u hebt.
2. Controleer of de parkeerrem is
geactiveerd.
3. Controleer of de selectiehendel in
de vrijstand staat.
4. Trap het koppelingspedaal en het
rempedaal in.
niet
op
5. Druk de toets Engine Start/Stop
hem
in.
6. Blijf het rempedaal ingetrapt
motor-
houden totdat het controlelampje
krachtig
voorgloeien (
7. Als het controlelampje voorgloeien
(
)
uitgaat,
aanslaan.
Auto met Double clutch-transmissie:
1. Zorg ervoor dat u de Smart Key
altijd bij u hebt.
2. Controleer of de parkeerrem is
geactiveerd.
deze
3. Zorg ervoor dat de selectiehendel
in stand P (Parkeren) staat.
4. Trap het rempedaal in.
5. Druk de toets Engine Start/Stop
in.
6. Blijf het rempedaal ingetrapt
houden totdat het controlelampje
voorgloeien (
7. Als het controlelampje voorgloeien
(
)
uitgaat,
aanslaan.
i
Informatie
Als op de startknop wordt gedrukt
terwijl de motor aan het voorgloeien
is, kan de motor aanslaan.
Starten en afzetten van een
) uitgaat.
motor met turbo/intercooler
1. Voer het toerental van de motor
zal
de
motor
niet te hoog op en accelereer niet
direct na het starten van de motor.
Laat een koude motor enkele
seconden
voordat u wegrijdt om ervoor te
zorgen dat de turbocompressor
voldoende smering krijgt.
2. Na het rijden met hoge snelheid of
een lange rit met een zware
motorbelasting dient de motor
voor het afzetten ongeveer 1 min
stationair te draaien. Door de
motor stationair te laten draaien
zal de turbo afkoelen voordat de
motor wordt afgezet.
) uitgaat.
zal
de
motor
stationair
draaien
5
5-19