Wat te doen in een noodgeval
Resetprocedure TPMS
In onderstaande gevallen moet u het
TPMS resetten.
• Na het repareren of vervangen van
banden (of wielen)
• Na het verwisselen van de wielen
• Na het op spanning brengen van
de banden
• Als
het
controlelampje
bandenspanning brandt
• Na
het
vervangen
wielophanging
of
antiblokkeersysteem
6-10
lage
van
de
1. Parkeer de auto op een stevige en
het
vlakke ondergrond.
2. Breng de banden op de juiste
spanning zoals aangegeven op
het
voertuigplaatje
bandenspanningslabel
middenstijl aan bestuurderszijde.
3. Start de motor en houd de toets
TPMS SET gedurende ongeveer
drie seconden ingedrukt om het
TPMS te resetten. De
cedure
voltooid.
OPDE068047
of
het
op
de
resetpro-
wordt
automatisch
4. Controleer of het controlelampje
lage
bandenspanning
nadat het vier seconden heeft
geknipperd. Controleer, als de
auto
is
uitgerust
controlepaneel, of de melding
"Tire
pressures
(Bandenspanningen opgeslagen)"
wordt
weergegeven
instrumentenpaneel.
5. Rijd na het resetten van het TPMS
ongeveer 20 minuten met de auto
om de nieuwe bandenspanning in
het systeem op te slaan.
❈ Herhaal
stap
3
controlelampje
bandenspanning gaat branden.
Bij het resetten van het TPMS
wordt de huidige bandenspanning
opgeslagen als de standaard
bandenspanning.
uitgaat
met
een
stored
op
het
als
het
lage