Download Print deze pagina

Hyundai i30 Gebruikshandleiding pagina 435

Verberg thumbnails Zie ook voor i30:

Advertenties

Rijden met uw auto
Als externe condities wijzigen
• De helderheid van het
omgevings-
licht verandert plotseling,
beeld wanneer u een tunnel in of
uit rijdt of onder een brug door rijdt.
• De
helderheid
van
omgevingslicht is te laag, zoals
wanneer de koplampen in het
donker uitgeschakeld zijn of als de
auto door een tunnel rijdt.
• Er
bevindt
zich
rijstrookafbakening,
betonblokken, een geleiderail en
reflectorpaal op de weg, die
onbedoeld door de camera wordt
gesignaleerd.
• Wanneer licht van een
taarn of tegemoetkomende auto op
een nat wegdek of een plas op de
weg wordt gereflecteerd.
5-100
• Het blikveld voor wordt gehinderd
door de schittering van de zon.
bijvoor-
• De rijstrook houdt plotseling op,
zoals op een kruising.
• Er is onvoldoende ruimte tussen u
het
en
uw
rijstrookmarkering
signaleren of de voorligger rijdt op
de rijstrookmarkering.
• U rijdt op een steile helling, over
een
een heuvel of op een bochtige
zoals
weg.
• Slechte
zorgen voor overmatige trillingen
tijdens het rijden.
• De omgevingstemperatuur van de
straatlan-
binnenspiegel is hoog als gevolg
van direct zonlicht.
voorligger
om
de
te
kunnen
wegomstandigheden
Als het zicht vooruit slecht is
• De voorruit of de lens van de
voorruitcamera wordt geblokkeerd
door vuil e.d.
• De voorruit is beslagen; een helder
zicht op de weg is niet mogelijk.
• Door het plaatsen van objecten op
het dashboard, enz.

Advertenties

loading