Airconditioning
Verwarming, ventilatie en koeling
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Luchtroosters
Economisch gebruik van de airconditioning
Storingen
Het verwarmingsvermogen is afhankelijk van de koelvloeistoftemperatuur, het
volledige verwarmingsvermogen wordt daarom pas bij bedrijfswarme motor be-
reikt.
Bij ingeschakelde koelfunctie worden de temperatuur en de luchtvochtigheid in
het interieur van de wagen verlaagd. In het koude jaargetijde wordt door het in-
schakelen van de koelfunctie het beslaan van de ruiten voorkomen.
Om de koelwerking te verhogen, kan kortstondig de circulatiefunctie worden in-
geschakeld.
De aanwijzingen betreffende de circulatiefunctie bij de airconditioning
101
resp. Climatronic
» pagina 104
in acht nemen.
ATTENTIE
Voor de verkeersveiligheid is het belangrijk dat alle ruiten vrij zijn van ijs,
sneeuw en condens. Maak uzelf daarom vertrouwd met de juiste bediening
van de verwarming en ventilatie, met het vocht- en vorstvrij maken van de rui-
ten alsmede de koelfunctie.
VOORZICHTIG
De luchtinlaat voor de voorruit moet vrij van bijvoorbeeld ijs, sneeuw en blade-
■
ren zijn, zodat verwarming en koeling optimaal kunnen functioneren.
Na het inschakelen van de koelfunctie kan condenswater van de verdamper
■
van de airconditioning lekken en onder de wagen een waterplas vormen. Dit be-
tekent niet dat er een lekkage aanwezig is!
Let op
De verbruikte lucht wordt via de ontluchtingsopeningen in de bagageruimte af-
■
gevoerd.
Als de circulatiefunctie is ingeschakeld, adviseren wij in de wagen niet te roken,
■
omdat de aangezogen rook neerslaat op de verdamper van het airconditioning-
systeem. Dit zorgt tijdens het gebruik van de airconditioning voor een blijvende
stankoverlast die alleen met veel moeite en hoge kosten (vervanging van de ver-
damper) kan worden opgelost.
98
98
99
» pagina
97
Airconditioning