Handmatig schakelen (tiptronic)
Afbeelding 129 Keuzehendel en multifunctiestuurwiel
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 141 en volg deze op.
De tiptronic biedt de mogelijkheid om handmatig via de keuzehendel of het multi-
functiestuurwiel te schakelen. Deze stand kan zowel bij stilstand als ook tijdens
het rijden worden gekozen.
De actueel ingeschakelde versnelling wordt op het display in het instrumenten-
paneel
» Afbeelding 127
op pagina 142 weergegeven.
1
Bij het schakelen op het schakeladvies letten
Omschakelen naar handmatig schakelen
›
De keuzehendel vanuit stand D naar rechts drukken.
Opschakelen
›
De keuzehendel naar voren
» Afbeelding 129
+
›
De rechterpeddel
» Afbeelding 129
+
Terugschakelen
›
De keuzehendel naar achteren
-
›
De linkerpeddel
» Afbeelding 129
-
Tijdelijk naar handmatig schakelen in stand D of S omschakelen
›
Een van de schakelpeddels
/
kort naar het stuurwiel
-
+
ken.
Indien de schakelpeddels
/
gedurende meer dan 1 minuut niet worden be-
-
+
diend, wordt het handmatig schakelen uitgeschakeld. De tijdelijke omschakeling
naar handmatig schakelen kan ook zelf worden uitgeschakeld door de rechter-
peddel
langer dan 1 seconde naar het stuurwiel te trekken.
+
» pagina
22.
drukken.
kort naar het stuurwiel trekken.
» Afbeelding 129
aantippen.
kort naar het stuurwiel trekken.
» Afbeelding 129
Bij het accelereren schakelt de versnellingsbak kort voor het bereiken van het
maximaal toegestane motortoerental automatisch op naar de volgende versnel-
ling.
Als een lagere versnelling wordt gekozen, schakelt de versnellingsbak pas terug
wanneer een te hoog motortoerental niet meer mogelijk is.
Let op
In sommige gevallen, bijvoorbeeld bij bergafwaarts rijden, kan het voordelig zijn
handmatig te schakelen. Door het terugschakelen wordt de belasting van de rem-
men en daarmee de remslijtage verminderd
Wegrijden en rijden
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 141 en volg deze op.
Wegrijden vanuit stilstand
›
De motor starten.
›
Het rempedaal intrappen en vasthouden.
›
Op de grendelknop drukken en deze ingedrukt houden
gina 142.
›
De keuzehendel in de gewenste stand zetten
weer loslaten.
›
Het rempedaal loslaten en gas geven.
Stoppen
›
Het rempedaal intrappen en de wagen op zijn plaats houden.
›
Het rempedaal intrappen en ingetrapt houden tot de rit wordt voortgezet.
Als tijdelijk moet worden gestopt, bijvoorbeeld bij kruispunten, hoeft keuzehen-
delstand N niet te worden ingeschakeld.
Parkeren
›
Het rempedaal intrappen en de wagen op zijn plaats houden.
›
De handrem stevig aantrekken.
›
Op de grendelknop drukken en deze ingedrukt houden
trek-
gina 142.
›
De keuzehendel in stand P zetten en de grendelknop weer loslaten.
» pagina
139.
» Afbeelding 128
op pa-
» pagina 142
en de grendelknop
» Afbeelding 128
op pa-
143
Wegrijden en rijden