Wieldoppen
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 220 en volg deze op.
Lostrekken
›
Voorzichtig de naafdop met behulp van de draadbeugel uit het wagengereed-
schap verwijderen
» Afbeelding
178.
Wielbouten
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 220 en volg deze op.
Velgen en wielbouten zijn constructief op elkaar afgestemd. Bij het gebruik van
andere velgen, bijvoorbeeld lichtmetalen velgen of wielen met winterbanden,
moeten daarom altijd de bijbehorende wielbouten met de juiste lengte en vorm
worden gebruikt. De bevestiging van de wielen en de werking van het remsys-
teem zijn hiervan afhankelijk.
Winterse omstandigheden
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Winterbanden
Sneeuwkettingen
226
Raadgevingen voor het gebruik
Afbeelding 178
Naafdoppen bij lichtmetalen vel-
gen lostrekken
226
226
Winterbanden
Lees eerst de informatie in de inleiding op pagina 226 en volg deze op.
Door winterbanden worden de rijeigenschappen van de wagen bij winterse weg-
omstandigheden verbeterd. Zomerbanden hebben op ijs, sneeuw en bij tempera-
turen onder 7 °C minder grip. Dit geldt met name voor wagens die met brede ban-
den resp. hogesnelheidsbanden zijn uitgerust.
Om de best mogelijke rijeigenschappen te verkrijgen, moeten op alle vier de wie-
len winterbanden worden gemonteerd met een minimale profieldiepte van 4 mm
en mogen de banden niet ouder zijn dan 4 jaar.
Er mogen winterbanden met een lagere snelheidscategorie worden gemonteerd
op voorwaarde dat de toegestane topsnelheid van deze banden niet wordt over-
schreden ook niet als de mogelijke topsnelheid van de wagen hoger ligt.
De instelling van de snelheidsbegrenzing voor winterbanden vindt plaats in het
menupunt Winterbanden
» pagina
Milieu-aanwijzing
Tijdig weer de zomerbanden monteren, want met zomerbanden zijn op sneeuw-
en ijsvrije wegen alsmede bij temperaturen boven 7 °C de rijeigenschappen bedui-
dend beter, de remweg is korter, er is minder afrolgeluid en de bandenslijtage is
minder. Ook het brandstofverbruik is lager.
Sneeuwkettingen
Lees eerst de informatie in de inleiding op pagina 226 en volg deze op.
Bij winterse wegomstandigheden verbeteren sneeuwkettingen niet alleen de
tractie, maar ook het remgedrag.
Sneeuwkettingen mogen alleen op de voorwielen worden gemonteerd.
De montage van sneeuwkettingen is om technische redenen alleen bij de volgen-
de velg-bandcombinaties toegestaan.
Velgmaat
7J x 16
a)
27.
Inpersdiepte (ET)
Bandenmaat
45 mm
205/55