Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Hoofdairbags

Afbeelding 158 Inbouwplaats van de hoofdairbag / gasgevulde hoofdairbag
Lees eerst de informatie in de inleiding op pagina 183 en volg deze op.
De hoofdairbags bieden extra bescherming voor hoofd en nek van de inzittenden
bij zware aanrijdingen van opzij.
Die hoofdairbags bevinden zich boven de portieren aan beide zijden van het inte-
rieur
» Afbeelding 158
- .
Bij een aanrijding van opzij wordt de hoofdairbag samen met de betreffende zij-
airbag en de gordelspanner aan de zijde van de botsing geactiveerd.
Bij het activeren bedekt de airbag het gehele gebied van de voor- en achterpor-
tieren alsook de portierstijlen
» Afbeelding 158
De botsing van het hoofd met delen van het interieur of voorwerpen buiten de
wagen wordt gedempt door de opgeblazen hoofdairbag. Door de verminderde be-
lasting en de minder krachtige bewegingen van het hoofd wordt bovendien de
belasting van de nek verminderd.
Ook bij een aanrijding schuin van voren of van achteren biedt de hoofdairbag ex-
tra bescherming door de afdekking van de voorste portierstijlen.
ATTENTIE
Algemeen
Op de plaats waar de hoofdairbags naar buiten komen mogen zich geen
voorwerpen bevinden, zodat de airbags zich ongehinderd kunnen ontvouwen.
- .
ATTENTIE (vervolg)
Aan de kledinghaken in de wagen uitsluitend kleding met weinig gewicht
ophangen. In de zakken van de kledingstukken geen zware of scherpe voor-
werpen laten zitten. Bovendien mogen voor het ophangen van kleding geen
kledinghangers worden gebruikt.
Door het aanbrengen van niet daarvoor bedoelde accessoires in het wer-
kingsgebied van de hoofdairbags kan bij het activeren van de airbag de be-
schermende werking van de hoofdairbag aanzienlijk worden beperkt. Bij het
ontvouwen van de geactiveerde hoofdairbag zouden daarbij delen van het ge-
monteerde accessoire in het interieur van de wagen gelanceerd kunnen wor-
den en daardoor inzittenden kunnen verwonden
De zonnekleppen mogen niet in het werkingsgebied van de hoofdairbag
naar de zijruiten worden gedraaid, als daaraan voorwerpen zijn bevestigd,
zoals balpennen enzovoort. Bij het activeren van de hoofdairbags zouden de
inzittenden letsel kunnen oplopen.
Tussen de inzittenden en het werkingsgebied van de hoofdairbag mogen
zich geen andere personen (bijvoorbeeld kinderen) of dieren bevinden. Boven-
dien mag niemand van de inzittenden tijdens het rijden met het hoofd uit het
raam leunen of armen en handen uit het raam steken.
ATTENTIE
Het airbagregelapparaat werkt met de druksensoren die in de voorportieren
zijn aangebracht. Daarom mogen zowel aan de portieren als aan de portierbe-
kledingen geen aanpassingen (bijvoorbeeld inbouwen van extra luidsprekers)
worden uitgevoerd. De hierbij ontstane beschadigingen kunnen de werking
van het airbagsysteem in negatieve zin beïnvloeden. Alle werkzaamheden aan
de voorportieren en de portierbekleding mogen alleen door een erkend repa-
rateur worden uitgevoerd. De volgende aanwijzingen moeten worden opge-
volgd.
Nooit met een weggenomen portierbekleding rijden.
Nooit met de wagen rijden als onderdelen van de portierbekleding zijn ver-
wijderd en de hierdoor ontstane openingen niet correct zijn afgesloten.
Nooit rijden als de luidsprekers in de portieren werden verwijderd, tenzij de
luidsprekeruitsparingen op de juiste wijze werden afgesloten.
Altijd controleren of de openingen goed zijn afgedekt of zijn opgevuld als er
extra luidsprekers of andere uitrustingsdelen in de portierbekleding worden
ingebouwd.
Werkzaamheden altijd laten uitvoeren door een ŠKODA Servicepartner of
door een competente erkend reparateur.
» pagina
202.
187
Airbagsysteem

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave