Luchtstroom naar het bovenlichaam
Luchtstroom naar de voetenruimte
Circulatiefunctie met de sensor voor luchtkwaliteit in-/uitschakelen
104
Achterruitverwarming in-/uitschakelen
Stoelverwarming van de linkervoorstoel bedienen
Automatische regeling inschakelen
Climatronic uitschakelen
Koelfunctie in-/uitschakelen
» pagina 103
Temperatuurinstelling in de Dual-functie in-/uitschakelen
Stoelverwarming van de rechtervoorstoel bedienen
Let op
De interieurtemperatuursensor
E
werking van de Climatronic ongunstig wordt beïnvloed.
Automatische regeling
Lees eerst de informatie in de inleiding op pagina 102 en volg deze op.
De automatische regeling dient ertoe de temperatuur constant te houden en de
ruiten in het interieur te ontvochtigen.
Aanbevolen instelling voor alle jaargetijden
›
De gewenste temperatuur tussen +18 °C en +26 °C instellen, wij adviseren 22 °C.
›
Toets
» Afbeelding 110
op pagina 102 indrukken.
›
De luchtroosters 2 en 3
» Afbeelding 107
luchtstroom licht naar boven is gericht.
Na het inschakelen brandt in de rechter- of linkerbovenhoek van de toets
een controlelampje afhankelijk van welke stand het laatst werd gekozen.
Als het controlelampje in de rechterbovenhoek van de toets brandt, werkt de
Climatronic in de "HIGH"-stand.
De "HIGH"-stand is de standaardinstelling van de Climatronic.
Door nogmaals de toets in te drukken, schakelt de Climatronic om naar de
"LOW"-stand en gaat het controlelampje in de linkerbovenhoek van de toets
branden. De Climatronic gebruikt in deze stand alleen lage aanjagertoerentallen.
» pagina 59
» pagina 70
» pagina 103
» pagina 103
» pagina 70
niet afplakken of afdekken, omdat anders de
op pagina 98 zodanig instellen, dat de
Dat is aangenamer met betrekking tot het geluidsniveau, maar het gevolg is wel
dat de effectiviteit van de airconditioning afneemt, met name bij een volledig be-
zette auto.
» pagina
Door de toets opnieuw in te drukken, wordt omgeschakeld naar de "HIGH"-
stand.
De automatische regeling kan worden uitgeschakeld door een willekeurige toets
voor de luchtverdeling in te drukken of het aanjagertoerental te verhogen of ver-
lagen.
Koelfunctie in-/uitschakelen
Lees eerst de informatie in de inleiding op pagina 102 en volg deze op.
›
De toets indrukken.
Het controlelampje in de toets gaat branden.
›
Toets opnieuw indrukken.
Het controlelampje in de toets gaat uit.
Na het uitschakelen van de koelfunctie blijft alleen de ventilatie- en verwar-
mingsfunctie actief, waardoor geen lagere temperatuur dan de buitentempera-
tuur kan worden bereikt.
Temperatuur instellen
Lees eerst de informatie in de inleiding op pagina 102 en volg deze op.
De temperatuur in het interieur kan voor de linker- en rechterzijde van de wagen
tegelijkertijd of apart worden ingesteld.
Voor beide zijden
›
De draaiknop
» Afbeelding 110
A
om de temperatuur te verlagen resp. te verhogen.
Het controlelampje in de toets gaat niet branden.
Voor de rechterzijde
›
De draaiknop
» Afbeelding 110
C
om de temperatuur te verlagen resp. te verhogen.
op pagina 102 naar links resp. rechts draaien
op pagina 102 naar links resp. rechts draaien
Airconditioning
103