Licht en zicht
Licht
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Stads- en dimlicht
Dagrijverlichting
Knipperlicht en grootlicht
Automatische aansturing rijverlichting
Adaptieve koplampen (AFS)
Mistlampen
Mistlampen met CORNER-functie
Mistachterlicht
COMING HOME/LEAVING HOME
Alarmlichten
Parkeerlicht
Het licht werkt alleen bij ingeschakeld contact, voor zover niet anders is aangege-
ven.
Bij auto's met stuur rechts wijkt de plaatsing van de schakelaars voor een deel af
van de in
» Afbeelding 31
op pagina 49 weergegeven plaatsing. De symbolen die
de schakelaarstanden aangeven, zijn gelijk.
Het dimlicht brandt zolang het contact is ingeschakeld en de lichtschakelaar in
stand of staat. Na het uitschakelen van het contact wordt het dimlicht au-
tomatisch uitgeschakeld en brandt alleen nog het stadslicht. Het stadslicht dooft
na het verwijderen van de contactsleutel.
De koplampglazen schoon houden. Op de volgende aanwijzingen letten
198, Koplampglazen.
ATTENTIE
Het inschakelen van de verlichting mag alleen plaatsvinden in overeenstem-
■
ming met de nationale wettelijke bepalingen.
De bestuurder is altijd verantwoordelijk voor de juiste instelling en het ge-
■
bruik van de verlichting.
De automatische aansturing rijverlichting dient alleen als assistent, de
■
bestuurder wordt daarmee niet van de plicht ontslagen, de verlichting te con-
troleren en eventueel de verlichting afhankelijk van de omstandigheden in te
schakelen. De lichtsensor herkent bijvoorbeeld geen regen of mist. Onder de-
49
ze omstandigheden raden wij u aan om het dimlicht resp. de mistlampen in te
50
schakelen!
51
51
Let op
52
Als er in de lichtschakelaar een storing optreedt, wordt het dimlicht automa-
53
■
tisch ingeschakeld.
53
De koplampen kunnen tijdelijk aan de binnenzijde beslaan. Bij ingeschakelde rij-
■
53
verlichting is het lichtvlak na korte tijd weer vrij van aanslag, daarbij kan het lamp-
53
glas aan de binnenzijde eventueel bij de randen nog beslagen zijn. De condens-
54
vorming heeft geen invloed op de levensduur van de verlichting.
55
Stads- en dimlicht
» pagina
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 49 en volg deze op.
Met de lichtschakelaar worden ook de mistlampen
licht
» pagina 53
en het parkeerlicht
Afbeelding 31
Lichtschakelaar, draairegelaar
voor lichtbundelhoogteverstel-
ling en instrumentenverlichting
» pagina
53, het mistachter-
» pagina 55
bediend.
Licht en zicht
49