Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Oliepeil controleren

Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 210 en volg deze op.
De oliepeilstok geeft het motoroliepeil aan
Oliepeil controleren
Verzeker u ervan dat de wagen op een vlakke ondergrond staat en dat de motor
op bedrijfstemperatuur is.
De motor afzetten.
Een paar minuten wachten tot de motorolie in de carterpan is teruggestroomd.
De motorkap openen.
De oliepeilstok verwijderen.
De oliepeilstok met een schone doek afvegen en tot aan de aanslag weer erin
schuiven.
De oliepeilstok weer uittrekken en het oliepeil aflezen.
Oliepeil in gebied
A
Er mag geen olie worden bijgevuld.
Oliepeil in gebied
B
Er kan olie worden bijgevuld. Het oliepeil kan daarna in gebied
Oliepeil in gebied
C
Er moet olie worden bijgevuld, zodat het oliepeil minimaal in gebied
De motor verbruikt een kleine hoeveelheid olie. Afhankelijk van de rijstijl en de
gebruiksomstandigheden kan het olieverbruik tot circa 0,5 l per 1.000 km bedra-
gen. Tijdens de eerste 5.000 kilometer kan het olieverbruik daarboven liggen.
212
Raadgevingen voor het gebruik
Afbeelding 168
Oliepeilstok
» Afbeelding
168.
liggen.
A
ligt.
B
Het oliepeil moet regelmatig worden gecontroleerd. Het beste bij elke tankbeurt
of voor langere ritten.
Bij zware motorbelasting zoals bijvoorbeeld bij lange ritten over de snelweg in de
zomer, bij het rijden met een aanhangwagen of bij het rijden in de bergen moet u
proberen het oliepeil in gebied
- echter niet erboven - te houden.
A
Een te laag oliepeil wordt door het controlelampje in het instrumentenpaneel
aangegeven
» pagina
16,
Motoroliepeil. Zo snel mogelijk het oliepeil via de peil-
stok controleren. De benodigde hoeveelheid olie bijvullen.
VOORZICHTIG
Het motoroliepeil mag in geen geval boven gebied
gevaar voor beschadiging van het uitlaatsysteem!
Bijvullen
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 210 en volg deze op.
Het oliepeil controleren
» pagina
De dop van de motorolievulopening losdraaien
De voorgeschreven olie met telkens 0,5 liter per keer bijvullen
Het oliepeil controleren
» pagina
De dop van de vulopening zorgvuldig weer dichtdraaien en de peilstok tot de
aanslag erin schuiven.
Verversen
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 210 en volg deze op.
De motorolie moet volgens de in het Serviceplan aangegeven intervallen of vol-
gens de service-intervalindicatie worden ververst
dicatie.
» Afbeelding 168
A
212.
» Afbeelding 166
op pagina 209.
» pagina
212.
» pagina
11, Service-intervalin-
liggen -
211.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave