Veiligheid
Passieve veiligheid
Algemene aanwijzingen
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Veiligheidsuitrustingen
Vóór elke rit
Wat beïnvloedt de rijveiligheid?
In dit hoofdstuk vindt u belangrijke informatie, tips en aanwijzingen met betrek-
king tot het thema passieve veiligheid in uw auto.
We hebben hier alles samengevat wat u bijvoorbeeld over veiligheidsgordels, air-
bags, kinderstoeltjes en de veiligheid van kinderen moet weten.
ATTENTIE
In dit hoofdstuk vindt u belangrijke informatie voor bestuurder en bijrijder
■
over de omgang met de wagen.
Meer informatie met betrekking tot de veiligheid die uw en uw passagiers
■
aangaan, vindt u in de volgende hoofdstukken in dit instructieboekje.
De complete documentatie moet altijd in de wagen aanwezig zijn. Dit is
■
vooral belangrijk als u de wagen verhuurt of verkoopt.
Veiligheidsuitrustingen
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 173 en volg deze op.
De volgende opsomming omvat een deel van de veiligheidsuitrustingen in uw wa-
gen:
›
3-puntsgordels voor alle stoelen,
›
gordelspankrachtbegrenzers voor voorstoelen en buitenste zitplaatsen achter-
in,
›
gordelspanners voor voorstoelen en buitenste zitplaatsen achterin,
›
gordelhoogteverstelling voor de voorstoelen,
›
voorairbag voor de bestuurder en de bijrijder,
›
bestuurdersknie-airbag,
›
voorste zij-airbags,
›
achterste zij-airbags,
›
hoofdairbags,
›
bevestigingspunten voor kinderzitjes met het ISOFIX-systeem,
›
bevestigingspunten voor kinderzitjes met TOP TETHER-systeem,
›
in hoogte verstelbare hoofdsteunen,
›
verstelbare stuurkolom.
De genoemde veiligheidsuitrustingen werken samen om u en uw passagiers in
ongevalsituaties zo goed mogelijk te beschermen.
173
Deze veiligheidsuitrustingen zijn u en uw passagiers van geen nut als u en uw
173
passagiers een verkeerde zithouding innemen of deze voorzieningen niet juist
174
verstellen of gebruiken.
Bij een niet correct omgegespte veiligheidsgordel kunnen bij een ongeval ver-
wondingen ontstaan door de geactiveerde airbag.
Vóór elke rit
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 173 en volg deze op.
Voor uw eigen veiligheid en voor de veiligheid van uw passagiers moet voor elke
rit op de onderstaande punten worden gelet.
›
Controleren of de verlichting en de knipperlichten correct functioneren.
›
De bandenspanning controleren.
›
Ervoor zorgen dat alle ruiten een helder en goed zicht naar buiten bieden.
›
Meegenomen bagagestukken goed vastzetten
›
Controleren of er geen voorwerpen zijn die de bediening van de pedalen kun-
nen beïnvloeden.
›
De spiegels, de voorstoel en de hoofdsteun op uw lichaamslengte afstellen.
›
De passagiers erop wijzen de hoofdsteunen aan te passen aan hun lichaams-
lengte.
›
Kinderen beschermen met een geschikt kinderzitje en een op een juiste wijze
omgegespte veiligheidsgordel
» pagina
83, Bagageruimte.
» pagina
190, Veilig vervoer van kinderen.
Passieve veiligheid
173