Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Skoda Superb 2013 Instructieboekje pagina 226

Inhoudsopgave

Advertenties

Bandenspanningsweergave
Het controlelampje
brandt als een van de volgende situaties zich voordoet.
De bandenspanning is te laag.
De structuur van de band is beschadigd.
De wagen is eenzijdig beladen.
De wielen van één as zijn zwaarder belast (bijvoorbeeld bij het rijden met een
aanhangwagen of bij bergop of bergaf rijden).
Sneeuwkettingen zijn gemonteerd.
Het reservewiel is gemonteerd.
Een wiel per as is vervangen.
ATTENTIE
Als het controlelampje
gaat branden, moet direct de snelheid worden ver-
laagd en heftige stuur- en remmanoeuvres worden vermeden. Bij de eerstvol-
gende gelegenheid direct stoppen en zowel de banden als de bandenspan-
ning controleren.
Onder bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld bij een sportieve rijstijl en op
gladde of onverharde wegen) kan het controlelampje
niet gaan branden.
VOORZICHTIG
De bandenspanningscontrole vervangt de regelmatige bandenspanningscon-
trole niet, omdat het systeem een gelijkmatig drukverlies niet kan herkennen.
Het systeem kan bij een zeer snel teruglopende bandenspanning niet waar-
schuwen, bijvoorbeeld bij een klapband. In zo'n geval proberen de wagen voor-
zichtig zonder heftige stuurbewegingen en zonder al te sterk afremmen tot stil-
stand te brengen.
Het is noodzakelijk elke 10.000 km of 1x per jaar de basisafstelling uit te voeren
om zo een correcte werking van de bandenspanningscontrole te garanderen.
224
Raadgevingen voor het gebruik
Reservewiel
Het reservewiel bevindt zich in de kuip onder de bodembekleding in de bagage-
ruimte en is bevestigd met een speciale moer
vertraagd of helemaal
Wiel verwijderen
De achterklep openen.
De bodembekleding in de bagageruimte optillen .
De box met het wagengereedschap verwijderen.
De moer
Het wiel verwijderen.
Wiel opbergen
Het verwisselde wiel met de velg naar beneden in de reservewielkuip leggen.
De moer
De box met het wagengereedschap weer in het reservewiel aanbrengen.
De bodembekleding in de bagageruimte terugklappen.
De achterklep sluiten.
Zo snel mogelijk een wiel met de betreffende afmetingen en uitvoering monte-
ren.
Als het reservewiel qua afmetingen of uitvoering afwijkt van de banden waarmee
wordt gereden (bijvoorbeeld bij winterbanden, draairichtinggebonden banden),
mag het reservewiel alleen in geval van pech korte tijd en met een voorzichtige
rijstijl worden gebruikt
Noodreservewiel
Het noodreservewiel is van een waarschuwingssticker voorzien die zich op de
velg bevindt.
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 220 en volg deze op.
» Afbeelding 176
linksom eruit draaien.
» Afbeelding 176
rechtsom aandraaien tot het wiel stevig is bevestigd.
»
.
Afbeelding 176
Bagageruimte: Reservewiel
» Afbeelding
176.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave