Bougie
Bougie
Zie Belangrijke veiligheidsmaatregelen op pagina 29.
Aanbevolen bougie
De aanbevolen standaardbougie is geschikt voor de
meeste wedstrijdomstandigheden.
Standaard
R0451B-9 (NGK)
Gebruik uitsluitend het aanbevolen type bougies met
het aanbevolen temperatuurbereik.
LET OP
Het gebruik van bougies met een ongeschikt of onjuist
bereik kan beschadiging van de motor veroorzaken.
Het gebruik van een bougie zonder weerstand kan
problemen tijdens de ontsteking veroorzaken.
Deze motorfiets is voorzien van een bougie met een
iridiumpunt in de centrale elektrode en een platinapunt
in de zijelektrode.
Let op het volgende bij het onderhoud van de bougie.
• Reinig de bougie niet. Als een elektrode is
verontreinigd door ophoping van vuil of modder,
vervangt u de bougie.
• Controleer de elektrodenafstand van de bougie altijd
met een voelermaat van het draadtype. Om schade
aan de iridium punt van de centrale elektrode en de
platina punt van de zijelektrode te voorkomen, mag u
nooit een voelermaat van het bladtype gebruiken.
• Pas de elektrodenafstand niet aan. Als de
elektrodenafstand buiten de specificaties valt,
vervangt u de bougie.
88
Het onderhoud van uw Honda
Bougies inspecteren en vervangen
1. Verwijder het zadel en hang de brandstoftank aan
de linkerkant van het frame (pagina 39, 40, 43).
2. Maak de bougiedop (1) los.
3. Verwijder eventuele vervuiling rondom de bougie.
4. Verwijder de bougie (2).
(1)
(1) bougiedop
(2) bougie
5. Controleer de elektroden op slijtage of afzettingen,
de pakking (3) op schade, en de isolator op barsten.
Vervang de bougie als u bovenstaande slijtage of
schade aantreft.
6. Meet de elektrodenafstand (4) met een voelermaat
van het draadtype. Als de elektrodenafstand buiten
de specificaties valt, vervangt u de bougie.
De aanbevolen elektrodenafstand is:
0,60 – 0,70 mm
(4)
(3)
(3) pakking
(4) elektrodenafstand
7. Om nauwkeurige metingen voor de bougie te
kunnen verrichten, maakt u snelheid op een
recht stuk.
Houd de motorstopknop ingedrukt en ontkoppel
door de koppelingshendel in te trekken.
Kom langzaam tot stilstand. Verwijder en
inspecteer daarna de bougie. De porseleinen
isolator rond de centrale elektrode moet een
lichtbruine of grijze kleur hebben.
Als u een nieuwe bougie gaat gebruiken, moet u eerst
minstens 10 minuten rijden voordat u de bougie
(2)
inspecteert. Een nieuwe bougie verkleurt in eerste
instantie niet.
Als de elektroden verbrand lijken of als de isolator wit
of lichtgrijs (arm) is, of als de elektroden en isolator
zwart of vervuild (rijk) zijn, is er elders een probleem
(pagina 166).
Controleer het PGM-FI-systeem en het ontstekingstijdstip.
8. Draai met de pakking bevestigd de bougie
handmatig in om scheef indraaien te voorkomen.
9. Draai de bougie aan.
• Als de oude bougie in orde is:
1/8 slag na contact.
• Draai een nieuwe bougie bij het installeren
tweemaal vast om losraken te voorkomen:
a) Zet eerst de bougie vast:
1/2 slag na contact.
b) Draai dan de bougie los.
c) Draai daarna de bougie weer vast:
1/8 slag na contact.
LET OP
De motor kan worden beschadigd door een bougie die
onvoldoende is vastgedraaid. Als een bougie te los zit,
kan de zuiger worden beschadigd. Als een bougie te
strak is aangedraaid, kunnen de schroefdraden worden
beschadigd.
10. Maak de bougiedop los. Let op dat er geen kabels
of draden beklemd raken.
11. Breng de brandstoftank en het zadel aan (pagina 39,
41, 44).