Brandstofsysteem (CRF250R)
11. Breng de brandstofpompplaat (32) aan door de
groef (33) uit te lijnen met de nok (34) van de
brandstofpompeenheid.
Controleer of de nok van de stofafdichting (24) op zijn
plaats zit zoals afgebeeld.
(34)
(24)
(24) nok van stofafdichting
(32) brandstofpompplaat
(33) groef
(34) nok van brandstofpompeenheid
58
Het onderhoud van uw Honda
12. Breng de conische veerringen (35), bussen (36),
onderlegring (37), blokkeerkabel (38),
blokkeerkabelgeleider (39), bevestigingsmoeren
(40) van de brandstofpomp en de dopmoer (41) van
de brandstofpomp aan.
Zorg ervoor dat alle bolle oppervlakken van de conische
veerringen naar boven wijzen.
(32)
Zorg ervoor dat de dopmoer op de plaats van de
identificatiemarkering (42) op de brandstofpompplaat
(32) zit.
(38)
(33)
(39)
Bovenkant
(35)
(42)
(32) brandstofpompplaat
(35) conische veerringen
(36) bussen
(37) onderlegring
(38) blokkeerkabel
(39) blokkeerkabelgeleider
(40) bevestigingsmoeren van brandstofpomp
(41) dopmoer van brandstofpomp
(42) identificatiemarkering
13. Zet de bevestigingsmoeren (40) en de dopmoer (41)
van de brandstofpomp vast in de aangegeven
volgorde en met het voorgeschreven
aanhaalmoment, zoals weergegeven:
11 N·m (1,1 kgf·m)
(41)
(40)
(37)
(40) bevestigingsmoeren van brandstofpomp
(41) dopmoer van brandstofpomp
(36)
14. Monteer de clip (43) van de kabelboomband op de
blokkeerkabelgeleider (39).
15. Bevestig de blokkeerkabel (38) aan de haak (44)
van het frame terwijl u de brandstoftank (30)
vasthoudt.
(30)
(35)
(32)
(30) brandstoftank
(38) blokkeerkabel
(39) blokkeerkabelgeleider
16. Sluit de brandstofleiding aan (pagina 52).
17. Verhoog de brandstofdruk (pagina 59).
18. Breng de brandstoftank aan (pagina 41).
1
3
6
(41)
4
(39)
(43)
(43) clip van
kabelboomband
(44) framehaak
(40)
5
2
(38)
(44)