Luchtfilter
4. Reinig het luchtfilter met een schoon, niet-
ontvlambaar reinigingsmiddel. Reinig het filter
vervolgens in heet sop, spoel goed af en laat het
volledig drogen. Het luchtfilterelement bestaat
uit twee delen: een binnen- en buitendeel, die niet
van elkaar kunnen worden gescheiden.
5. Reinig de binnenkant van het luchtfilterhuis.
6. Laat het luchtfilter volledig drogen. Breng na het
drogen 44 cm
3
schone Honda Foam Air Filter Oil of
een gelijkwaardige luchtfilterolie aan vanaf de
binnenkant van het element.
Plaats het element in een plastic zak (7) en verdeel
de olie gelijkmatig met de hand.
(7)
(7) plastic zak
78
Het onderhoud van uw Honda
7. Monteer het luchtfilterelement en de houder.
Breng de lip op de houder aan in de opening in het
luchtfilterelement.
8. Breng 1,5 – 5,5 g Honda White Lithium Grease (wit
lithiumvet) of een gelijkwaardig smeermiddel aan
op het contactvlak van het luchtfilterelement in het
luchtfilterhuis.
9. Monteer de luchtfiltereenheid (2) op de steun (8)
van het luchtfilterhuis met de lip met de markering
"UP" (9) naar boven.
10. Breng voorzichtig de afdichtflens van het element
aan om binnendringen van vuil te voorkomen.
(8)
(2) luchtfiltereenheid
(8) steun van luchtfilterhuis
(9) lip met markering "UP"
11. Breng de bevestigingsbout (1) van het luchtfilter
aan en zet deze vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment:
2,4 N·m (0,2 kgf·m)
(9)
(1)
(1) bevestigingsbout van luchtfilter
LET OP
Wanneer de luchtfiltereenheid onjuist is aangebracht,
kan er vuil en stof in de motor terechtkomen. Dit
(2)
veroorzaakt een snelle slijtage van de zuigerveren en
cilinder.
12. Breng het zadel aan (pagina 39).