3. Als het koelvloeistofpeil laag is, vul dan
koelvloeistof bij tot aan de vulhals.
Controleer het koelvloeistofpeil vóór elke rit.
Een koelvloeistofverlies van 20 – 60 cm
de overloopslang (3) is normaal. Bij een hoger
koelvloeistofverlies moet u het koelsysteem
controleren.
Inhoud:
1,09 ℓ na demontage
0,94 ℓ na aftappen
4. Breng de radiateurdop stevig aan.
LET OP
Als de radiateurdop niet goed wordt aangebracht, leidt
dit tot overmatig koelvloeistofverlies waardoor de
motor oververhit en beschadigd kan raken.
Koelsysteem inspecteren
3
1. Controleer het koelsysteem op lekkages (zie de
door
officiële werkplaatshandleiding van Honda voor
het opsporen van lekkages).
2. Controleer de radiateurslangen (1) op scheuren en
slijtage, en of de klemmen van de radiateurslang
goed vastzitten.
3. Controleer of de radiateursteun stevig is bevestigd.
4. Zorg ervoor dat de overloopslang (2) aangesloten
en niet verstopt is.
5. Controleer de ribben van de radiateur (3) op
verstopping.
(3)
(1)
(1) radiateurslangen
(2) overloopslang
6. Controleer het ontluchtingsgat (4) onder het
(2)
(3)
(4) ontluchtingsgat
(5) waterpompdeksel
(1)
(3) ribben van radiateur
Koelvloeistof
waterpompdeksel (5) op lekkage. Verwijder indien
nodig vuil of zand. Controleer het ontluchtingsgat
van de waterpomp op tekenen van lekkage
bij de afdichtingen. Als er water lekt via het
ontluchtingsgat, vervang dan de mechanische
afdichting. Als er olie lekt via het ontluchtingsgat,
vervang dan de oliekeerring. Controleer of er niet
doorlopend koelvloeistof uit het ontluchtingsgat
lekt wanneer de motor draait.
Het is normaal dat er een kleine hoeveelheid
koelvloeistof lekt uit het ontluchtingsgat. Raadpleeg
een officiële werkplaatshandleiding van Honda of
neem contact op met uw dealer om de mechanische
afdichting of oliekeerring te vervangen.
Beide afdichtingen dienen tegelijkertijd te worden
vervangen.
(4)
Het onderhoud van uw Honda
(5)
(vervolg)
75