Inhoudsopgave
Advertenties
7. Reinig de schroefdraden van de afdichtbout (9).
Breng borgvloeistof aan op de schroefdraad.
Breng een nieuwe onderlegring (14) aan en draai de
aanslagbout vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment:
18 N·m (1,8 kgf·m)
(14)
4,5 ± 1,0 mm
borgmiddel
1,0 – 3,0 mm
(9) afdichtbout
(14) afdichtring (nieuw)
8. Breng de uitlaatnokkenas (6) aan op de cilinderkop
(15) met het decompressiegewicht (5) naar onderen
gericht, zoals hieronder weergegeven.
9. Monteer de nokkenasketting (16) op de inlaat- (17)
en de uitlaatnokkenastandwielen (18) met de "O"-
markering (19) op de het inlaatnokkenastandwiel
naar buiten gericht, zoals afgebeeld.
LET OP
Zorg ervoor dat de nokkenasketting en het tandwiel niet
in het carter vallen.
10. Monteer de inlaatnokkenas (20) in het
nokkenastandwiel (17).
(17)
(15)
(9)
(5) decompressiegewicht (17) inlaatnokkenastandwiel
(6) uitlaatnokkenas
(15) cilinderkop
(16) nokkenasketting
11. Controleer of de markeringen (21) voor de ontsteking
op de nokkenastandwielen zijn uitgelijnd met het
contactvlak (22) op de cilinderkop.
Zorg ervoor dat de nok van de inlaatnokkenas (7) in
de afgebeelde stand staat.
(21)
(7)
Uitlijnen
(22)
(7) nok van nokkenas
(21) markeringen voor ontsteking
(22) contactvlak cilinderkop
(20)
(16)
(6)
(18)
(19)
(5)
(18) uitlaatnokkenastandwiel
(19) "O"-markering
(20) inlaatnokkenas
(21)
Uitlijnen
Uitlijnen
(22)
Klepspeling
12. Reinig de schroefdraad van de bout van het
nokkenastandwiel (23) en inlaatnokkenastandwiel
(17) grondig.
Plaats de nokkenastandwielbout en zet deze
tijdelijk vast.
13. Verwijder de aanslagbout (11) van de tuimelaaras.
LET OP
Zorg ervoor dat de bout van het nokkenastandwiel en
de aanslagbout van de tuimelaaras niet in het carter
vallen.
(23)
(11)
(17)
(11) aanslagbout tuimelaaras
(17) inlaatnokkenastandwiel
(23) bout van nokkenastandwiel
Het onderhoud van uw Honda
(vervolg)
95
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
