5. Breng de cilinderkopbouten A (7) aan en haal ze
aan tot het voorgeschreven aanhaalmoment:
10 N·m (1,0 kgf·m)
6. Haal de cilinderbout (8) aan met het voorgeschreven
aanhaalmoment:
10 N·m (1,0 kgf·m)
(7)
(8)
(7) cilinderkopbouten A
(8) cilinderbout
7. Breng de linker plaat (9) van de cilinderkopophanging
en de rechter plaat (10) van de cilinderkopophanging
aan. Breng vervolgens de bouten (11) van de plaat van
de cilinderkopophanging en de bouten (12) van de
cilinderkopophanging losjes aan.
Haal de bouten van de cilinderkopophanging en de
bouten van de plaat van de cilinderkopophanging
aan tot het voorgeschreven aanhaalmoment:
bouten van cilinderkopophanging:
54 N·m (5,5 kgf·m)
bouten van plaat van cilinderkopophanging:
32 N·m (3,3 kgf·m)
Linkerzijde:
(12)
Rechterzijde:
(11)
(9) linkerplaat van cilinderkopophanging
(10) rechterplaat van cilinderkopophanging
(11) bouten van plaat van cilinderkopophanging
(12) bouten van cilinderkopophanging
Zuiger/zuigerveren/zuigerpen
8. Breng het gasklephuis (13) aan op de isolator (14)
door de lip van het gasklephuis uit te lijnen met de
groef op de isolator. Haal de schroef (15) van de
isolatorband zodanig aan dat speling tussen de
uiteinden van de band 11,0 ± 1,0 mm bedraagt.
(15)
(11)
11,0 ± 1,0 mm
(9)
(13) gasklephuis
(14) isolator
(10)
(12)
Het onderhoud van uw Honda
(13)
Uitlijnen
(14)
(15) schroef van
isolatorband
(vervolg)
107