Remmen
Remmen
Zie Belangrijke veiligheidsmaatregelen op pagina 29.
Zowel de voor- als achterremmen zijn hydraulische
schijfremmen. Naarmate de remblokken slijten, daalt
het remvloeistofniveau. Het remvloeistofniveau daalt
ook wanneer er sprake is van een lekkage in het
systeem.
Controleer het systeem regelmatig op
vloeistoflekkages. Controleer ook regelmatig het
remvloeistofniveau en controleer de remblokken op
slijtage.
Als de reactie van de voorremhendel of het
achterrempedaal abnormaal is, controleer dan de
remblokken. Als de remblokken de aanbevolen
slijtagelimiet (pagina 129) niet hebben overschreden,
zit er waarschijnlijk lucht in het remsysteem.
Raadpleeg een officiële werkplaatshandleiding van
Honda of neem contact op met uw dealer om het
systeem te ontluchten.
126
Het onderhoud van uw Honda
Voorremhendel afstellen
1. Schuif de kap van de voorremhendel (1) opzij.
(1) kap van remhendel
2. Draai de borgmoer (2) los.
3. Om de voorremhendel verder van de handgreep af
te plaatsen, draait u de stelmoer (3) rechtsom.
Om de voorremhendel dichter naar de handgreep
toe te plaatsen, draait u de stelmoer linksom.
4. Haal de borgmoer aan tot het voorgeschreven
aanhaalmoment terwijl u de stelmoer vasthoudt:
5,9 N·m (0,6 kgf·m)
5. Breng siliconenvet aan op de contactvlakken van de
stelmoer en de aanslag (4).
(4)
(3)
(2) borgmoer
(4) aanslag
(3) stelmoer
6. Monteer de kap van de voorremhendel in de
omgekeerde volgorde van het verwijderen.
Hoogte achterrempedaal
Het achterrempedaal moet op ongeveer gelijke hoogte
liggen met de rechter voetsteun.
1. Draai de borgmoer (1) los en draai de drukstang (2)
in de richting (+) om het achterrempedaal (3)
omhoog te brengen of in de richting (–) om het
pedaal omlaag te brengen.
2. Haal de borgmoer van de drukstang bij de gewenste
pedaalhoogte aan tot het voorgeschreven
aanhaalmoment.
5,9 N·m (0,6 kgf·m)
(1)
(+)
(1) borgmoer
(2) drukstang
(3) achterrempedaal
(2)
(3)
(2)
(–)
(1)
(+) pedaal omhoog
(–) pedaal omlaag