Het stangenstelsel van de vering smeren
Demonteer, reinig, inspecteer en smeer na elke 7,5 uur rijden
alle scharnierlagers van het stangenstelsel van de vering met
een smeermiddel op basis van molybdeendisulfidevet (met
meer dan 3% molybdeendisulfide) voor een optimale werking
van de vering en minimale slijtage van de onderdelen.
VET
Swingarmscharnier smeren
Reinig, inspecteer en smeer na elke 7,5 uur rijden de swingarm
en de scharnierpunten van het stangenstelsel van de vering
met een smeermiddel op basis van molybdeendisulfidevet
(met meer dan 3% molybdeendisulfide) voor een optimale
werking van de vering en minimale slijtage van de onderdelen.
Zorg ervoor dat alle stofafdichtingen in goede staat verkeren.
VET
Swingarm
Probeer een beschadigde swingarm niet te lassen of
anderszins te repareren. Lassen verzwakt de swingarm.
Zekering
Controleer de zekering voordat u op zoek gaat naar een
andere mogelijke oorzaak van een elektrisch probleem.
Motorolie en oliefilter
Tap de motorolie regelmatig af en ververs deze voor een
optimale levensduur van de zuiger, cilinder, krukas,
transmissie en koppeling.
Vervang het motoroliefilter ook regelmatig voor een
optimale levensduur. Regelmatig vervangen zorgt
ook voor consistentie van vermogen, respons en de
transmissie- en koppelingsfunctie (pagina 71).
Remvloeistof verversen
Zie Remblokslijtage op pagina 129.
Remklauw inspecteren: De remklauwen voor en achter moeten
vrij kunnen schuiven over de pennen in de remklauw en de
remklauwsteun. Controleer regelmatig de dikte van de
remblokken en vervang ze wanneer de minimale dikte is
bereikt. Als de werking van de remmen afneemt wanneer ze
heet zijn, controleer dan de remblokken op verglazing of
beschadigingen. Vervang de remblokken indien nodig.
Remvloeistof verversen: Raadpleeg het officiële Honda
werkplaatshandboek voor instructies voor het verversen van de
remvloeistof.
Ververs de remvloeistof in het remsysteem om de 2 jaar.
Ververs de vloeistof vaker wanneer de remmen intensief
worden gebruikt. Door hard remmen wordt de remvloeistof
heet, waardoor de levensduur van de vloeistof afneemt. Een
rijstijl waarbij veelvuldig moet worden geremd, zoals door
dichte bossen, kan de levensduur van de remvloeistof beperken.
Ontluchtingsgat
Controleer na elke manche (CRF250R)/race (CRF250RX) het
ontluchtingsgat onder het waterpompdeksel op lekkage. Verwijder
indien nodig vuil of zand. Controleer het ontluchtingsgat van de
waterpomp op tekenen van lekkage bij de afdichtingen. Als er water
lekt via het ontluchtingsgat, vervang dan de mechanische afdichting.
Als er olie lekt via het ontluchtingsgat, vervang dan de oliekeerring.
Controleer of er niet doorlopend koelvloeistof uit het ontluchtingsgat
lekt wanneer de motor draait. Het is normaal dat er een kleine
hoeveelheid koelvloeistof lekt uit het ontluchtingsgat. Raadpleeg een
officiële werkplaatshandleiding van Honda of neem contact op met
uw dealer om de mechanische afdichting of oliekeerring te vervangen.
Beide afdichtingen dienen tegelijkertijd te worden vervangen.
Algemeen onderhoud bij wedstrijden
Handvatten
Gebruik altijd Honda Hand Grip Cement (afdichtmiddel voor
handvatten) of een gelijkwaardig product voor het vervangen
van handvatten.
Raadpleeg de officiële Honda-werkplaatshandleiding voor
montage-instructies.
Gashendel/stuurgreep
Gashendel rechts: Lijn de referentiemarkering op de gashendel
uit met de referentiemarkering op de gashendelbuis.
Stuurgreep links: Lijn de referentiemarkering op de linker
stuurgreep uit met het verfmerkteken op het stuur.
Voor extra veiligheid kunt u de handvatten met veiligheidskabels
aan het stuur en de gashendelbuis bevestigen om te voorkomen
dat ze losraken. Breng de gedraaide uiteinden van de kabels aan,
van uw handpalmen weg. Zorg ervoor dat de uiteinden goed in
het rubber van het handvat worden gebogen, zodat ze niet aan uw
handschoen blijven hangen.
Gashendel
Verwijder de gasklepbediening telkens na een paar ritten,
en reinig de binnenkant van de gashendelbuis en het stuur
grondig. Inspecteer de kabel zorgvuldig op knikken en andere
beschadigingen waardoor de bediening van de gashendel
wordt belemmerd. Beweeg het stuur van aanslag tot aanslag
om te controleren of de beweging van de kabel niet wordt
beperkt. Controleer of de gashendel na het uitvoeren van
onderhoudswerkzaamheden en inspecties weer optimaal
functioneert.
Het onderhoud van uw Honda
35