Onderhoudsschema
Onderhoudsschema
Om de veilige en betrouwbare werking van uw CRF te
garanderen, zijn periodieke inspecties en regelmatig
onderhoud nodig zoals aangegeven in onderstaand
onderhoudsschema.
In dit onderhoudsschema staan werkzaamheden die
kunnen worden uitgevoerd met technische basiskennis
en handgereedschap. De procedures voor deze
werkzaamheden vindt u in dit instructieboekje.
Het onderhoudsschema omvat ook werkzaamheden
waarvoor uitgebreide procedures of speciale
vaardigheden, gereedschap en apparatuur nodig zijn.
Daarom adviseren wij u om deze werkzaamheden te
laten uitvoeren door uw dealer, tenzij u beschikt over
specialistische technische kennis en de vereiste
gereedschappen. De procedures voor werkzaamheden
in dit schema zijn opgenomen in een officiële
werkplaatshandleiding van Honda, die u zelf kunt
aanschaffen bij uw dealer.
De onderhoudsintervallen in het onderhoudsschema
zijn uitgedrukt in het aantal gereden manches
(CRF250R)/races (CRF250RX) en rijuren. Om te
voorkomen dat vereist onderhoud niet op tijd wordt
uitgevoerd, raden wij u aan een eenvoudig systeem te
gebruiken waarmee u het aantal manches (CRF250R)/
races (CRF250RX) en/of rijuren kunt registreren.
Als u een bepaalde taak niet kunt uitvoeren of
wanneer u hulp nodig hebt, kunt u altijd contact
opnemen met uw dealer: deze weet alles over uw CRF
en beschikt over de benodigde gereedschappen om
onderhoudswerkzaamheden en reparaties uit te voeren.
Als u ervoor kiest om zelf onderhoudswerkzaamheden
uit te voeren, gebruik dan uitsluitend originele Honda-
onderdelen of daaraan gelijkwaardige onderdelen om de
betrouwbaarheid en kwaliteit te waarborgen.
30
Het onderhoud van uw Honda
Voer de Inspectie vóór het rijden (pagina 19) uit bij
iedere voorgeschreven onderhoudsbeurt.
Overzicht van opmerkingen en procedures bij het
onderhoudsschema:
Notes:
1. (CRF250R)
Reinig bij stoffige rijomstandigheden na elke manche.
(CRF250RX)
Reinig bij stoffige rijomstandigheden na elke race.
2. Vervang elke 2 jaar. Voor het vervangen is
technische vaardigheid vereist.
3. Vervang na de eerste keer inrijden.
4. Inspecteer na de eerste keer inrijden.
5. Ververs de motorolie bij vervanging van de
koppelingsschijven en -platen.
6. Vervang elk jaar.
Onderhoudsprocedures:
I : inspecteren en reinigen, afstellen, smeren of
vervangen, indien nodig
C : reinigen
R : vervangen
A : afstellen
L : smeren