Zuiger/zuigerveren/zuigerpen
9. Sluit de rechter radiateurslang (16) aan op de
slangaansluiting (17) zoals afgebeeld.
(16)
(16) rechter radiateurslang
(17) aansluiting rechter radiateurslang
10. Draai de schroef (18) van de klem van de
radiateurslang aan zoals hieronder weergegeven.
0 – 0,5 mm
(18) schroef van klem van radiateurslang
108
Het onderhoud van uw Honda
11. Sluit de linker radiateurslang (19) aan op de linker
waterslangkoppeling (20) van de cilinderkop zoals
weergegeven.
12. Sluit de connector (21) van de ECT-sensor aan.
13. Monteer de clip van de kabelboomband (22).
(17)
(20)
(19) linker radiateurslang
(20) linker waterslangkoppeling
(21) connector van ECT-sensor
(18)
(22) clip van kabelboomband
14. Draai de schroef (18) van de klem van de
radiateurslang aan zoals hieronder weergegeven.
0 – 0,5 mm
(18) schroef van klem van radiateurslang
(19)
(22)
(21)
(18)
15. Breng de klepvulplaatjes, het inlaatnokkenastandwiel,
de nokkenassen, de nokkenashouder en de
nokkenaskettinggeleider aan (pagina 94).
16. Breng het kapje van de krukasopening en de
afstelopening aan (pagina 98).
17. Breng het kleppendeksel aan (pagina 98).
18. Breng de bougie aan (pagina 88).
19. Breng de linker en rechter uitlaatpijp aan
(pagina 141).
20. Breng het subframe (pagina 47) en de linker en
rechter uitlaatdempers aan (pagina 139).
21. Breng de brandstoftank en het zadel aan (pagina 39,
41, 44).
22. Vul en ontlucht het koelsysteem (pagina 175).
Controleer het volgende:
– compressielekkages
– abnormale motorgeluiden
– lekkage in het secundaire luchtsysteem
– lekkage van uitlaatgassen
– koelvloeistoflekkage
– olielekkage