Subframe
3. Sluit de startmotoraansluiting (3) aan op de
startmotorrelaisschakelaar (4).
Plaats de bout (5) van de startmotoraansluiting
en zet deze vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment:
7,0 N·m (0,7 kgf·m)
Sluit de connector (6) van de startmotorrelaisschakelaar
aan en breng vervolgens de kap (7) van de
startmotorrelaisschakelaar aan.
Plaats de startmotorrelaisschakelaar.
Breng de bout van de steun van de startmotorrelais-
schakelaar (8) aan en zet deze vast met het voorge-
schreven aanhaalmoment:
10 N·m (1,0 kgf·m)
Breng de kunststof kabelbinder (9) aan.
(4)
(8)
(3)
(5)
(3) startmotoraansluiting
(4) startmotorrelaisschakelaar
(5) bout startmotoraansluiting
(6) connector startmotorrelaisschakelaar
(7) kap startmotorrelaisschakelaar
(8) bout van steun van startmotorrelaisschakelaar
(9) kunststof kabelbinder
48
Het onderhoud van uw Honda
4. Sluit de minpool (–) (10) aan op de accu (11).
Zet de bout (12) van de minpool (–) vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment:
2,0 N·m (0,2 kgf·m)
(12)
(10)
(11)
(9)
(10) minpool (–)
(11) accu
(12) bout van de minpool (–)
(7)
(6)
5. Sluit het luchtfilterhuis (13) aan op de verbindingsbuis
(14) van het luchtfilter en draai de schroef (15) van
de klem van de verbindingsbuis zodanig aan dat de
afstand tussen de uiteinden van de klem 7,5 ± 1,5 mm
bedraagt.
6. Sluit de ontluchtingsslang (16) en de connector van
de IAT-sensor (17) aan.
(CRF250R)
(CRF250RX)
7,5 ± 1,5 mm
(15)
7,5 ± 1,5 mm
(16)
(15)
(14)
(17)
(13) luchtfilterhuis
(14) verbindingsbuis van luchtfilter
(15) schroef van klem van verbindingsbuis luchtfilter
(16) ontluchtingsslang
(17) connector van IAT-sensor
(15)
(13)