Koppelingssysteem
Andere inspecties
• Controleer of de koppelingshendel juist is
aangebracht (het einde van de houder (1) is
uitgelijnd met de verfmarkering (2) op het stuur)
en of de bevestigingsbouten (3) goed vastzitten.
(2)
(1) houder
(3) bouten
(2) verfmarkering
• Controleer de koppelingskabel op knikken of
tekenen van slijtage. Vervang de kabel indien
nodig.
Werking van koppeling
1. Controleer of de koppelingshendel soepel werkt.
Smeer indien nodig het glijoppervlak van de
scharnierbout van de koppelingshendel en/of
koppelingskabel in met een in de handel
verkrijgbaar kabelsmeermiddel.
2. Controleer de koppelingskabel op slijtage, knikken
of beschadiging.
84
Het onderhoud van uw Honda
Koppelingskabel smeren
Controleer of de koppelingshendel soepel werkt. Breng
indien nodig multifunctioneel vet aan op het glijvlak
van de koppelingskabeluiteinden.
1. Maak de stofkap (1) los.
2. Draai de versteller (2) en verwijder de
(1)
koppelingskabel (3).
3. Maak het uiteinde van de koppelingskabel (4) los
uit de koppelingshendel (5).
4. Smeer het uiteinde van de koppelingskabel (4)
zorgvuldig met multifunctioneel vet.
(1)
(2)
(3)
(1) stofkap
(2) stelmoer
(3) koppelingskabel
5. Sluit het uiteinde van de koppelingskabel aan op de
hendel.
6. Monteer de koppelingskabel en draai de versteller.
(3)
(4)
(5)
(4) uiteinde van koppelingskabel
(5) koppelingshendel
7. Verwijder de versteller (6) van het uiteinde van de
koppelingskabel.
8. Breng multifunctioneel vet aan op het
binnenoppervlak van de versteller van het uiteinde
van de koppelingskabel.
(6)
(6) versteller van uiteinde van koppelingskabel
9. Controleer de speling van de koppelingshendel
nogmaals en stel deze indien nodig af (pagina 83).
Als de koppelingshendel niet soepel werkt, vervangt u
de koppelingskabel.
VET