CONTROLE- EN WAARSCHUWINGSLAMPJES
De hierna beschreven weergave informatie HANGT AF VAN DE UITRUSTING VAN DE AUTO EN VAN HET LAND.
Waarschuwingslampje
©
Dit gaat branden wanneer het con-
tact wordt aangezet of de motor wordt ge-
start en dooft zodra de motor draait. Het kan
tegelijk met andere controlelampjes en/of
berichten verschijnen. Dit betekent dat u zo
snel mogelijk, maar wel voorzichtig, naar
een merkdealer moet rijden. Als u dit advies
negeert, loopt u het risico dat uw auto be-
schadigd wordt.
Indicatielampjes
overschakelen naar de vol-
gende versnelling
Deze adviseren u om naar een hogere ver-
snelling (pijl omhoog) of een lagere versnel-
ling (pijl omlaag) te schakelen om het brand-
stofverbruik te optimaliseren. ➥ 2.28.
1.72
Controlelampje elektronisch
stabiliteitsprogramma (ESC) en
tractiecontrole
Het licht op bij het aanzetten van het contact
of het starten van de motor en dooft binnen
enkele seconden.
Er zijn verschillende redenen waarom het
waarschuwingslampje verschijnt: ➥ 2.48.
Waarschuwingslampje om aan
te geven dat het elektronisch
voor
stabiliteitsprogramma (ESC) en de trac-
tiecontrole niet beschikbaar zijn
Waarschuwingslampje geopend
portier
(3/6)
x
Het licht op bij het aanzetten van het contact
of het starten van de motor en dooft binnen
enkele seconden.
Als dit lampje tijdens het rijden oplicht, wijst
dit op een storing in het ABS-systeem.
Er kan dan met de auto worden geremd als
bij een auto zonder ABS. Raadpleeg snel
een merkdealer.
Waarschuwingslampje antiblok-
keersysteem
Waarschuwingslampje roetfilter
➥ 2.11
Waarschuwing bij verlies van
bandenspanning ➥ 2.38