ADAPTIEVE SNELHEIDSREGELAAR
Snelheidsregelaar activeren
met herkenning vooraf
van verkeersborden met
maximumsnelheid (display B)
(vervolg)
Inschakelen/uitschakelen
Op het multimediascherm, in de wereld
"Voertuig" kiest u "Rijondersteuning". Kies
daarna in het menu "Snelheidsmanagement"
de optie "Binnenkomende stroom" in het
veld "Adaptieve regelgeving".
Als de letter "A" 15 op het instrumenten-
paneel is weergegeven, bevestigt dit de
activering van de snelheidsregeling met
herkenning van de verkeersborden voor
maximumsnelheid.
Snelheidsregelaar met herkenning van
snelheidsbeperkingen is gekoppeld aan
een abonnement. Als er geen abonne-
ment is, kan deze functie niet worden
geactiveerd.
Raadpleeg de instructies bij het mul-
timediasysteem om het abonnement
te beheren.
(7/22)
B
9
Opmerking: activeren/deactiveren is ook
mogelijk door de contextuele knop 7 inge-
drukt te houden.
Werkzaamheden
Met de functie ingeschakeld worden de vol-
gende snelheden getoond op het instrumen-
tenpaneel:
– kruissnelheid 9;
– de door het systeem gedetecteerde hui-
dige snelheidslimiet op het weggedeelte
waarop de auto rijdt 13;
– de door het systeem gedetecteerde snel-
heid op het volgende wegvak of de vol-
gende snelheidslimietzone 14.
Het systeem houdt rekening met de gede-
tecteerde snelheid 14. De voertuigsnelheid
past zich geleidelijk aan tot de kruissnel-
heid 9 wordt bereikt zonder enige actie van
de bestuurder. De aangegeven snelheid
15
14
op 14 wordt weergegeven op 13 bij het pas-
seren van het aangegeven bord of de betref-
fende zone.
Wanneer de functie niet geactiveerd is of
het abonnement niet meer actief is, is de be-
diening gelijk aan het instellen van de kruis-
13
snelheid met herkenning van verkeersbor-
den met maximale snelheid (display A; zie
vorige pagina).
De bestuurder moet altijd alert blijven op
de door het systeem toegepaste snelheid
en blijft verantwoordelijk voor de voer-
tuigsnelheid.
Afstellen
U kunt bepalen dat de kruissnelheid 9 een
systematische snelheidsafwijking gebruikt
ten opzichte van de gedetecteerde snel-
heidslimieten 13.
Op het multimediascherm, in de wereld
"Voertuig" kiest u "Rijondersteuning". Activeer
daarna in het menu "Snelheidsmanagement"
het veld "Pas snelheidsbeperkingen aan"
en selecteer het gewenste verschil (van
-10 km/u tot +10 km/u, boven 50 km/u).
2.113