VERLICHTING EN SIGNALEN
Adaptieve grootlichtkoplampen
(vervolg)
Bijzonderheid
De adaptieve verlichting van het grootlicht
is geschikt voor de geselecteerde rijmodus
(My Sense/ECO/Comfort/Sport). De snel-
heidsdrempels voor inschakelen en uitscha-
kelen zijn verschillend:
– In de modus My Sense, ECO of Comfort
wordt het adaptieve grootlicht ingescha-
keld als de rijsnelheid hoger is dan on-
geveer 40 km/u en uitgeschakeld bij een
snelheid van minder dan 20 km/u.
De sterkte van het grootlicht past zich
aan de snelheid van de auto in deze modi
en tussen deze drempelwaarden aan.
– In de modus Sport wordt het adaptieve
grootlicht ingeschakeld als de rijsnelheid
hoger is dan ongeveer 40 km/u en uitge-
schakeld bij een snelheid van minder dan
30 km/u.
(7/10)
3
Uitschakelen van de lichten
De lichten gaan automatisch uit bij het
openen van het bestuurdersportier of bij
het vergrendelen van de auto of één minuut
nadat de motor is uitgeschakeld. In dat geval
schake-len, bij de volgende keer starten
van de motor, de lichten opnieuw in, over-
een-komstig de stand van ring 3.
Geluidssignaal vergeten
verlichting
1
In het geval dat de lichten zijn ingescha-
keld na het stilzetten van de motor, klinkt er
een signaal bij het openen van het bestuur-
dersportier om u te waarschuwen dat de
lichten nog branden.
storingen
Afhankelijk van de auto, als het bericht
"Controleer verlichting" verschijnt in combi-
natie met het controlelampje
het controlelampje
instrumentenpaneel, is er een storing in de
verlichting.
Raadpleeg een merkdealer.
©
en/of
k
knippert op het
1.103