SNELHEIDSREGELAAR
Uitschakelen van de functie
De functie snelheidsregelaar wordt onder-
broken:
– als u op de schakelaar 2 drukt. In dit
geval is er geen ingestelde snelheid;
– als u op de schakelaar 1 drukt. In dat
geval wordt de snelheidsbegrenzer gese-
lecteerd en is er geen opgeslagen snel-
heid.
2.106
(5/5)
1
6
2
Het controlelampje 6 verdwijnt om te beves-
tigen dat de functie niet langer actief is.
moet remmen door het rempedaal in te
drukken.
Het onderbreken of uitschake-
len van de snelheidsregelaar
brengt geen snelle snelheids-
vermindering met zich mee: u