THERMOSTATISCHE AIRCONDITIONING
Inschakelen van het systeem
Wanneer het voertuig wordt gestart, keert
het systeem terug naar het laatst gebruikte
programma.
Druk op de knop 14 om het systeem in te
schakelen of zet de knop 17 in de gewenste
ventilatiesnelheid.
Uitschakelen van het systeem
Druk op 17 totdat deze in de stand "OFF"
staat.
In- en uitschakelen van de
airconditioning
In de automatische modus wordt de aircon-
ditioning door het systeem geregeld. U kunt
het systeem altijd in- of uitschakelen door te
drukken op 5.
Automatische werking
De automatische klmaatregeling zorgt (be-
halve in extreme gevallen) voor een aange-
name temperatuur en goed zicht, bij een zo
optimaal mogelijk brandstofverbruik.
3.8
(2/6)
17
Het systeem regelt de ventilatiesnelheid,
luchtverdeling en luchtkringloop, en het in-
of uitschakelen van de airconditioning en
verwarming.
Hierbij kunt u kiezen uit drie programma's:
AUTO: optimaal bereiken van de gewenste
temperatuur afhankelijk van de omstandig-
heden buiten de auto. Druk op de knop 14.
SOFT: bereikt de gewenste temperatuur rus-
tiger en stiller. Druk op de knop 14 en druk
deze naar beneden om de modus SOFT te
activeren.
5
14
FAST: verhoogt de luchtstroom in het interi-
eur. Deze stand wordt in het bijzonder aan-
geraden voor meer comfort voor de passa-
giers achterin. Druk op de knop 14 en druk
deze naar boven om de modus FAST te ac-
tiveren.
Als de airconditioning start in de automati-
sche modus, keert het systeem terug naar
het laatst gebruikte programma.
Als u drukt op een andere knop dan
AUTO, wordt de automatische modus
uitgeschakeld.