GEAVANCEERDE VEILIGHEID
4
Actieve noodrem
(vervolg)
Instellingen
Druk in de modus "Voertuig" op het multimedi-
ascherm 4 op het menu "Rijondersteuning" en
vervolgens op "Veiligheid" voor toegang tot de
volgende instellingen:
– "Voorspellende waarschuwing": pas het
gevoeligheidsniveau van de waarschu-
wing aan. Selecteer hiervoor:
– Op zijn laatst;
– "Standaard";
– Op zijn snelst.
2.82
(7/17)
Tijdelijk niet beschikbaar
Als het systeem een tijdelijke fout detec-
teert, verschijnt het controlelampje
of, afhankelijk van de auto, het gele contro-
lelampje
.
De mogelijke oorzaken zijn:
– Het systeem is tijdelijk inactief (door ver-
blindende zon, dimlichten, slechte weers-
omstandigheden enzovoort). Het sys-
teem werkt weer als het zicht verbetert.
– het systeem is tijdelijk onderbroken (bijv.
de voorruit, de grille of het logo op de
voorbumper is bedekt met vuil, modder,
sneeuw, condens, enz.). Parkeer in dit
geval de auto en zet de motor af. Maak
de voorruit en de voorbumper schoon.
De volgende keer dat de motor wordt ge-
start, verdwijnen het controlelampje en
het bericht na vijf of tien minuten rijden.
Als dit niet het geval is, heeft dit mogelijk een
andere oorzaak. Neem contact op met een
merkdealer.
storingen
Als er een storing optreedt, verschijnen de
controlelampjes
hankelijk van het voertuig, de gele lampjes
©
en
"Controleer camera voor", "Controleer radar
voor" of "Rijhulpsystemen controleren".
Ga naar een merkdealer.
©
en
of, af-
, samen met het bericht