VERLICHTING EN SIGNALEN
Automatisch grootlicht (vervolg)
Opmerking: door op de schakelaar 1 te
drukken, wordt de functie voor automatisch
grootlicht uitgeschakeld, het controlelampje
op het instrumentenpaneel gaat uit
en de auto zet het grootlicht aan.
storingen
Wanneer het bericht "Controleer autom ver-
lichting" op het instrumentenpaneel ver-
schijnt, wordt het systeem uitgeschakeld.
Raadpleeg een merkdealer.
1.100
(4/10)
Het systeem kan onder bepaalde om-
standigheden niet goed werken, met
name:
– extreme
weersomstandigheden
(regen, sneeuw, mist enz.);
– als er iets achter de voorruit of voor
de camera zit;
– als een achterligger of tegenligger
weinig verlichting voert of afgedekte
lampen heeft;
– verkeerde afstelling van de koplam-
pen;
– reflecterende systemen;
– ...
Het gebruik 's nachts van een
draagbaar navigatiesysteem
op het gedeelte van de voorruit
onder de camera, kan de wer-
king van het automatische grootlichtsys-
teem verstoren (risico van reflecties op
de voorruit).
Het systeem voor het auto-
matisch inschakelen van het
grootlicht is in geen geval een
vervanging voor de oplettend-
heid en verantwoordelijkheid van de be-
stuurder inzake de verlichting van het
voertuig en de aanpassing daarvan aan
de licht-, zicht- en verkeersomstandig-
heden.