VERLICHTING EN SIGNALEN
3
2
Rijverlichting
Draai de ring 3 tot het symbool AUTO bij het
merkteken 2 staat.
De dagrijverlichting schakelt overdag au-
tomatisch in zonder dat u de schakelaar 1
hoeft te bedienen bij het starten van de
motor, en gaat uit bij het stoppen van de
motor.
zijlichten
Draai de ring 3 tot het symbool bij
het merkteken 2 staat: Dit controlelampje op
het in-strumentenpaneel licht op.
(1/10)
1
1
k
Dimlicht
Handbediend
Draai de ring 3 tot het symbool bij het merk-
teken 2 staat: Dit controlelampje op het
in-strumentenpaneel licht op.
Controleer, voordat u in het donker wegrijdt, de werking van de verlichting en stel
indien nodig de stand van de koplampen af op de belasting van de auto. Zorg
ervoor dat de lichten niet bedekt zijn (vuil, modder, sneeuw, vervoer van voorwer-
pen, enz.).
Automatische werking
Draai de ring 3 tot het symbool AUTO bij
het merkteken 2 staat: met draaiende motor
schakelen de dimlichten automatisch in en
uit, naargelang de helderheid buiten, zonder
dat u de schakelaar 1 hoeft te bedienen.
Afhankelijk van de auto verschijnen de dim-
lichten automatisch na enkele wisbewegin-
gen van de ruitenwisserbladen.
1.97