Download Print deze pagina

Advertenties

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Renault Avantime 2002

  • Pagina 2 Normaal gebruik ACEA : A3/B3 Raadpleeg uw RENAULT-dealer HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK Alle typen RENAULTMATIC D2 STUURBEKRACHTIGING Alle typen DEXRON II FRELUB 650 REMVLOEISTOF Alle typen DOT 4 ELF adviseert u de door RENAULT goedgekeurde smeermiddelen te gebruiken. Voor meer informatie, raadpleeg www.elf-lub.com...
  • Pagina 3: Renault Heet U Van Harte Welkom In Uw Renault

    RENAULT heet u van harte welkom in uw RENAULT In dit instructieboekje worden aanwijzingen gegeven voor de bediening en het onderhoud, zodat u: • uw RENAULT goed zult leren kennen waardoor u al zijn kwaliteiten en zijn vele mogelijkheden ten volle zult kunnen be- nutten.
  • Pagina 4: In Één Oogopslag

    In één oogopslag • Bandenspanning ....................0.04 • Afstelling stoelen en zitpositie van de bestuurder ......1.09 1.12 • Kinderzitjes ....................1.22 1.31 • Controle- en waarschuwingslampjes ............1.34 1.45 • Ontdooien/Ontwasemen ............1.51 - 3.04 - 3.05 - 3.10 •...
  • Pagina 5 Hoofdstuk Ken uw auto ....................Rijden ......................... Comfort ......................Onderhoud ...................... Praktische tips ..................... Technische gegevens ................Alfabetische inhoudsopgave ............... 0.03...
  • Pagina 6: Veiligheid - Bandenspanning

    (1) Zie hoofdstuk 6 voor de maximaal toegestane belasting van de auto. Zie ook de sticker op het linker voorportier Raadpleeg een RENAULT-dealer voor de montage van banden met afwijkende maten. Veiligheid van de banden, reservewiel en sneeuwkettingen. Zie hoofdstuk 5.
  • Pagina 7: Inhoudsopgave

    Hoofdstuk 1: Ken uw auto Sleutels - Afstandsbediening ........................... 1.02 Portieren ..............................1.03 1.05 Startvergrendeling ............................. 1.06 Hoofdsteunen - Stoelen ........................1.07 1.10 Autogordels voor ........................... 1.11 - 1.12 Aanvullende veiligheidsvoorzieningen ....................1.13 1.18 Autogordels achter ..........................1.19 1.21 Kinderveiligheid ........................... 1.22 1.31 Bedieningsorganen links stuur ......................
  • Pagina 8: Sleutels - Afstandsbediening

    • Het vervangen van een afstands- bediening moet altijd bij een 1 Afstandsbediening voor RENAULT-dealer gebeuren want centrale portiervergrendeling, het systeem moet daarbij worden contact-codesleutel, en sleutel geïnitialiseerd met de afstands- van de portieren, de achterklep bediening.
  • Pagina 9 PORTIEREN OPENEN EN SLUITEN Vergrendelen/ontgrendelen van Portieren met de hand ont- de portieren grendelen, vergrendelen Druk de afstandsbediening in ge- Voorportier: durende ongeveer een seconde, (het Ontgrendel of vergrendel het portier controlelampje 2 gaat branden) en met de sleutel. de sloten worden vergrendeld of ontgrendeld.
  • Pagina 10: Automatische Portiervergrendeling Tijdens Het Rijden

    Als de portieren condes ingedrukt aan de kant “ver- goed gesloten zijn, moet u een grendelen” (rode punt), tot u een RENAULT-dealer raadplegen. geluidssignaal hoort. Controleer ook of het systeem niet per ongeluk uitgeschakeld staat. Uitschakelen van de functie...
  • Pagina 11 PORTIEREN OPENEN EN SLUITEN Openen van de portieren van Openen van binnenuit buitenaf Trek de handgreep 3 naar u toe. Ontgrendel afstandsbe- diening of de sleutel (hiervoor moet Waarschuwingssignaal ver- de sleutel helemaal in het slot 1 ge- lichting brandt nog stoken worden).
  • Pagina 12: Startvergrendeling

    1 gedurende enkele se- RENAULT-dealer. Hij is de enige knipperen en kan de motor niet condes branden waarna het dooft. die aan de startvergrendeling mag worden gestart. werken.
  • Pagina 13: Hoofdsteunen Voor

    HOOFDSTEUNEN VOOR Terugplaatsen Plaats de poten van de hoofdsteun met de vertanding naar voren gekeerd in de geleiders. Druk de hoofdsteun naar beneden tot hij vast klikt. Helling afstellen Het is mogelijk om de helling van de hoofdsteun in te stellen. Druk hiervoor de voorkant A van de hoofdsteun in de gewenste stand.
  • Pagina 14: Hoofdsteunen Achter

    HOOFDSTEUNEN ACHTER Hoofdsteun aan zijkant Middelste hoofdsteun Hoger zetten: Hoger zetten: Verschuif hem (er is maar een stand Verschuif hem (er is maar een stand mogelijk). mogelijk). De hoofdsteun is een veilig- Verwijderen: Verwijderen: heidsorgaan dat altijd op Druk tegen de lipjes 1 van de ge- Druk tegen de lipjes 1 van de ge- zijn plaats moet zitten.
  • Pagina 15: Voorstoelen

    VOORSTOELEN Lendesteun verstellen: Beweeg de knop 4. Vooruit of achteruit schuiven: Hoger of lager zetten van de be- stuurdersstoel: Trek de beugel 1 omhoog om te ont- grendelen Beweeg de knop 3. In de gewenste stand laat u de beugel los. Controleer de vergren- deling.
  • Pagina 16 VOORSTOELEN (vervolg) Toegang tot de achterbank Stoelverwarming (uitvoering Initiale) Trek de hendel 1 naar u toe en laat Vanaf de achterste zitplaatsen ge- de stoel naar voren kantelen. bruikt u de handgreep 3 om de Contact aan, druk op schakelaar 2, voorstoel te laten kantelen.
  • Pagina 17: Autogordels Voorin

    AUTOGORDELS VOORIN De juiste zithouding Gebruik tijdens het rijden altijd de autogordel. Houd u altijd aan de ter • Ga goed diep in uw stoel zitten. plaatse geldende voorschriften. Dit is belangrijk voor een goede ondersteuning van de onderkant Voordat u wegrijdt: van de wervelkolom.
  • Pagina 18: Autogordels Voor

    - rolt u de gordel opnieuw af; - als de gordel nog niet te gebruiken is, moet u een RENAULT-dealer raadplegen. Losmaken - Druk op de rode knop 5 van de...
  • Pagina 19: Aanvullende Veiligheidsvoorzieningen

    • Laat de gaspatronen van de - de plunjer 2 op de stoel die de gordelspanners en de airbags heupgordel strak trekt. door een RENAULT-dealer ver- De gordelspanners trekken de au- wijderen voordat de auto wordt togordel strak tegen het lichaam gesloopt.
  • Pagina 20 De auto kan zijn voorzien van een Dit vervangen mag uitsluitend voor de passagier; airbag bij de linker voorstoel of bij door RENAULT-dealer de linker en de rechter voorstoel. - een elektronische rekeneenheid, worden gedaan. gemeenschappelijk voor...
  • Pagina 21 Bij een zware frontale aanrijding, worden het luchtkussen in het Laat de beveiliging direct door uw stuurwiel en in het dashboard opge- RENAULT-dealer controleren. blazen die de klap opvangen van het Wacht u hier te lang mee dan be- hoofd en de borstkas van de be-...
  • Pagina 22 • Als u de auto uitleent of verkoopt, breng de nieuwe berijder/eigenaar dan op de hoogte van deze bijzonderheden door hem dit instructieboekje bij de auto te leveren; • Laat de gaspatro(o)n(en) door een RENAULT-dealer verwijderen voordat de auto wordt gesloopt. 1.16...
  • Pagina 23 • Bevestig niets aan de naafdop (speldjes, logo's, klokjes enz.); • Het stuurwiel mag niet worden gedemonteerd, uitsluitend speciaal op- geleide RENAULT-monteurs mogen er aan werken; • Ga niet te dicht achter het stuurwiel zitten, maar rijd met licht gebogen armen ( zie paragraaf “Afstellen juiste zithouding”...
  • Pagina 24 Raadpleeg uw RENAULT-dealer om te weten of dergelijke hoezen voor uw auto bestaan in de RENAULT Boutique. Het gebruik van andere hoezen (of hoezen die bestemd zijn voor een ander model) kan de goede werking van...
  • Pagina 25: Autogordels Achter

    AUTOGORDELS ACHTER Laat de band aan de zijkant van de hoofdsteun lopen. Druk de zwarte gesp vast in de zwarte grendel ver- schuifbare gesp 2 in de grendel 5. N.B. : deze instructies vindt u terug op het etiket 3. Losmaken Druk eerst op de rode knop van de grendel 5 daarna eventueel op de...
  • Pagina 26 AUTOGORDELS ACHTER (vervolg) Als u het deel van de achterbank achter de linker voorstoel moet op- klappen: - trekt u het zitkussen 2 omhoog tegen de voorstoel; - verwijdert u de hoofdsteun; - laat u de rugleuning 3 zakken terwijl u de grendel 1 vasthoudt Als u de achterbank terug- opdat hij zichtbaar blijft als de rug- plaatst, moet u goed op-...
  • Pagina 27: Autogordels

    • Verander niets aan de oorspronkelijke onderdelen van het veiligheidsmechanisme, aan de bevestiging ervan of aan die van de stoelen. • Raadpleeg uw RENAULT-dealer voor het monteren van bijv. een kinderzitje. • Zorg dat er geen voorwerpen tussen de riemen worden gestoken die speling kunnen veroorzaken (wasknijpers, klem- metjes, enz.).
  • Pagina 28: Voor De Veiligheid Van De Kinderen

    VOOR DE VEILIGHEID VAN DE KINDEREN gebruik bevestigings- Door het verscherpen van de eisen middelen voor baby's en kinderen is die aan kinderzitjes worden gesteld wettelijke bepalingen zijn moderne kinderzitjes veiliger bonden. dan oude modellen. In Europa moeten kinderen jonger Kies daarom uitsluitend een kin- dan 12 jaar of kleiner dan 1,50 m derzitje dat ten minste voldoet aan...
  • Pagina 29 VOOR DE VEILIGHEID VAN DE KINDEREN (vervolg) ZITPLAATSEN LEEFTIJDSGROEP Voorin, Achterin Achterin Achterin passagierskant zijkant rechts in het midden zijkant links < 10 kg (0-9 maanden) U - L U - L < 13 kg (9-24 maanden) U - L U - L 9-18 kg (9-48 maanden) U - L...
  • Pagina 30 Deze zijn ont- hankelijk van u. wikkeld in samenwerking met de fa- Om uw kind een maximale vei- brikant en getest in RENAULT ligheid te geven adviseren wij u het automobielen. gebruik van de kinderzitjes die uw Vraag uw RENAULT-dealer om RENAULT-dealer u kan leveren.
  • Pagina 31 VOOR DE VEILIGHEID VAN DE KINDEREN (vervolg) Zet de hoofdsteun in de hoogste stand, zodat de rugleuning van het kinderzitje goed tegen de rug- leuning van de auto steunt. Categorie : Categorie : - minder dan 13 kg (9 - 24 maanden) - van 9 tot 18 kg (9 - 48 maanden) Tussen twee en vier jaar, is het Voor het correct vasthouden van het...
  • Pagina 32 VOOR DE VEILIGHEID VAN DE KINDEREN (vervolg) Om ervoor te zorgen dat de gordel Bij gebruik van een zitkussen- zo dicht mogelijk langs de hals verhoger zonder rugleuning (figuur loopt, zonder die te raken, ad- 4) moet de hoofdsteun van de auto viseren wij een zitkussenverhoger worden afgesteld op het postuur met een in hoogte verstelbare rug-...
  • Pagina 33 VOOR DE VEILIGHEID VAN DE KINDEREN (vervolg) • Verander niets aan de oorspronkelijke onderdelen van het veiligheidsmechanisme, de gordels, de stoelen en aan de bevestiging ervan. • Houd u echter in alle gevallen aan de voorschriften van de betreffende fabrikant. •...
  • Pagina 34 VOOR DE VEILIGHEID VAN DE KINDEREN (vervolg) GEVAAR Er mag geen achterstevoren geplaatst kinderzitje op de rechter voorstoel gebruikt worden. Gevaar voor ernstige verwondingen als de airbag zich ontplooit. Deze voorschriften staan ook op de sticker 5 (op de portierstijl rechtsvoor) en op de sticker 6 (onder de zonnekleppen).
  • Pagina 35 Dit kinderzitje heeft twee grendels waarmee u het vastzet aan de ISOFIX-bevestigingspunten van uw RENAULT. Het kan ook in andere auto's worden gebruikt door het met een driepunts gordel vast te maken. 1.29...
  • Pagina 36 VOOR DE VEILIGHEID VAN DE KINDEREN (vervolg) Hoofdzaken voor het installeren Montage van het kinderzitje Isofix achterstevoren gemonteerd - Lees voor het monteren van het Isofix-zitje vooruit gemonteerd kinderzitje de gebruiksaanwijzing; Als het kinderzitje achterstevoren Als het kinderzitje vooruit ge- gemonteerd is, mag de voorstoel - Steek de geleiders 1 (bij het zitje monteerd is, mag de voorstoel niet...
  • Pagina 37 RENAULT- - Druk de onderkant van het kin- dealer. derzitje krachtig tegen de rug- leuning van de achterbank.
  • Pagina 38: Bedieningsorganen Links Stuur

    BEDIENINGSORGANEN LINKS STUUR 10 11 12 13 14 15 25 24 22 21 1.32...
  • Pagina 39 BEDIENINGSORGANEN LINKS STUUR (vervolg) De aanwezigheid van de hieronder beschreven organen is afhankelijk van het land, het uitrustingsniveau en eventuele opties van de auto. 1 Bedieningspaneel voor de ver- 11 Instrumentenpaneel 22 Accessoire-aansluiting warming, ventilatie, aircondi- 12 Schakelaars voor: tioning voor de bestuurder 23 Handremhendel •...
  • Pagina 40: Bedieningsorganen Rechts Stuur

    BEDIENINGSORGANEN RECHTS STUUR 20 19 26 25 1.34...
  • Pagina 41 BEDIENINGSORGANEN RECHTS STUUR (vervolg) De aanwezigheid van de hieronder beschreven organen is afhankelijk van het land, het uitrustingsniveau en eventuele opties van de auto. 1 Schakelaar voor het bedienen 13 • Schakelaar voor de ruiten- 22 Verstelling stuurkolom van de ruit voor de passagier wissers en -sproeiers voor en achter 23 Afstelling snelheidsregelaar en...
  • Pagina 42: Instrumentenpaneel

    INSTRUMENTENPANEEL Als een van deze lampjes oplicht, moet u direct stoppen zonder het overige verkeer in gevaar te brengen en de instructies bij het betreffende lampje opvolgen: 1.36...
  • Pagina 43 RENAULT-dealer remschijven; het kan gevaarlijk raadplegen. zijn hiermee door te rijden. Roep de hulp in van een RENAULT- Als het lampje knippert, moet u dealer. vaart verminderen tot het knipperen ophoudt.
  • Pagina 44 INSTRUMENTENPANEEL Als een van deze lampjes oplicht, moet u direct stoppen zonder het overige verkeer in gevaar te brengen en de instructies bij het betreffende lampje opvolgen: 1.38...
  • Pagina 45 Dit brandt als het contact aan andere omstandigheden oplicht, geen producten op alcoholbasis. staat zolang de autogordel van wijst dit op een storing in het de bestuurder nog niet is vast- systeem. Raadpleeg zo spoedig mo- gemaakt. gelijk een RENAULT-dealer. 1.39...
  • Pagina 46 INSTRUMENTENPANEEL Als een van deze lampjes oplicht, moet u direct stoppen zonder het overige verkeer in gevaar te brengen en de instructies bij het betreffende lampje opvolgen: 1.40...
  • Pagina 47 Het bericht is ongeveer een Laat het laadstroom circuit con- troleren door RENAULT- 1 - Tijd en temperatuur seconde lang zichtbaar, waarna het dealer. vignet voorverwarming enkele se- Contactsleutel in de stand acces- condes oplicht. Als het bericht soires: “STOP”-waarschuwing met vignet:...
  • Pagina 48 Als het peil Remvloeistofpeil RENAULT-dealer. normaal is (zie hoofdstuk 4), roep dan de hulp in van een RENAULT- dealer. Vignet koelvloeistoftemperatuur Stop en zet de motor af en laat hem gedurende een à twee minuten, met contact aan, afkoelen. De koelventi- lateur moet draaien.
  • Pagina 49 Er is een storing in het oliedruk- “Service”-waarschuwing Waarschuwing “brand- circuit van de motor. tekent dat u op korte termijn een stofreserve” RENAULT-dealer moet raad- plegen. Waarschuwingslampje E.S.P. Vignet elektronische storing Deze waarschuwing met een ge- luidssignaal geeft aan dat de brand- stoftank bijna leeg is (bij minder dan Dit wijst op een storing in het E.S.P..
  • Pagina 50 INSTRUMENTENPANEEL (vervolg) Oliepeilmeter C : Als het oliepeil onder het mini- mumniveau is - verschijnt de indicatie C ongeveer Voor een betrouwbare af- 20 secondes en het waarschu- lezing moet de auto hori- wingsvignet “oliepeil” verschijnt zontaal staan en mag de Pas als het vignet “koelvloeistoftem- op het multifunctionele display.
  • Pagina 51 INSTRUMENTENPANEEL (vervolg) Brandstofpeilmeter (D) Snelheidsmeter (E) 6 -Radio-informatie Als u een van de instellingen van de De eenheid, km/u of mph, verandert Zodra er minder dan ongeveer radio verandert, verschijnt als de contactsleutel in de stand ac- 8,5 liter brandstof in de tank over is, durende enkele secondes de over- cessoires staat: branden er nog een of twee streepjes...
  • Pagina 52: Boordcomputer

    BOORDCOMPUTER 1 - Display G Betekenis van bepaalde waarden na een nulinstelling: 2 - Nulinsteltoets : waarden gemiddeld - toets 2 lang indrukken verbruik, bereik en gemiddelde snelheid worden stabieler en nauw- Doordat het gemiddelde verbruik Indien de capaciteit van een van de keuriger naarmate de afgelegde daalt, wordt de actieradius groter.
  • Pagina 53 BOORDCOMPUTER (vervolg) Voorbeelden functie- Betekenis van de indicatie keuzes door het kort in- drukken van de toets 2 1 - Afgelegde afstand (in km of in m) vanaf de laatste nulinstelling: 2 - Gemiddelde snelheid (in km/u of in mph) vanaf de laatste nulinstelling: De waarde wordt aangegeven nadat u meer dan 400 meter of 0,2 mijl hebt gereden.
  • Pagina 54 “actieradius motorolie” aangeeft, onophoudelijk bij de indicatie “actie- radius motorolie”) • actieradius 0 km of onderhoud nu noodzakelijk Het symbool knippert onophoudelijk ongeacht de gekozen infor- matie op het display. Initialisatie van het display na de onderhoudsbeurt: uw RENAULT-dealer ini- tialiseert na het onderhoud het display. 1.48...
  • Pagina 55: Spiegels

    SPIEGELS Binnenspiegel Elektrochroom spiegel Elektrisch verstelbare buiten- spiegels Deze is verstelbaar. verblinding voorkomen wordt de binnenspiegel iets don- Beweeg de knop 1: Om te voorkomen dat u in het kerder als de lichten van een achter - stand A voor het afstellen van de donker verblind wordt door achter u rijdende auto erop schijnen.
  • Pagina 56: Stuurwiel

    STUURWIEL Afstellen van het stuurwiel De lengte van de stuurkolom is af- stelbaar. Trek de hendel 1 naar beneden en schuif het stuurwiel in de gewenste stand. Druk de hendel omhoog om het stuurwiel vast te zetten. Verstel het stuurwiel uit- sluitend auto stilstaat.
  • Pagina 57: Ontdooien / Ontwasemen

    ONTDOOIEN - ONTWASEMEN Voorruitverwarming Deze functie wordt tegelijk met de achterruitverwarming geactiveerd. Het uitschakelen van de ruitver- warming gebeurt automatisch. De tijdsduur is variabel afhankelijk van de weersomstandigheden met een maximum van 12 minuten. Achterruitverwarming Druk bij draaiende motor op de toets 1.
  • Pagina 58: Ruitenwisser / -Sproeier Voor

    RUITENWISSER / -SPROEIER VOOR Auto voorzien van ruitenwisser Automatische aanpassing van voor met regenvoeler de wissnelheid Contact aan, verplaats de scha- Als u tijdens het rijden, een wis- kelaar 1: snelheid geselecteerd heeft, gaat deze elke keer als de auto stil staat •...
  • Pagina 59 RUITENWISSER / -SPROEIER VOOR (vervolg) Ruitensproeier, koplampsproeiers Als het contact aan staat, trekt u schakelaar 1 naar u toe. Controleer als het vriest, voordat u - als de koplampen niet branden: wegrijdt, of de ruitenwissers voor wordt de ruitensproeier van de en achter niet aan het glas zijn vast- voorruit ingeschakeld.
  • Pagina 60 ACHTERRUITWISSER / -SPROEIER Bijzonderheid achterruitwisser komt werking met intervallen als u de achteruitversnelling inschakelt terwijl de ruitenwissers van de voorruit in werking zijn. Achterruitwisser met in- Achterruitsproeier terval Draai, als het contact aan staat, het Draai, als het contact aan staat, het einde van schakelaar 1 tot het einde van schakelaar 1 tot het merkteken 2 tegenover het symbool...
  • Pagina 61: Verlichting

    VERLICHTING Waarschuwingssignaal verlich- ting brandt nog Bij het openen van een voorportier klinkt een signaal om u te waar- schuwen indien de lichten nog branden, terwijl het contact is afgezet accu wordt ontladen...). Markeringslichten Grootlicht U ontsteekt de markerings- Vanuit dimlichtstand lichten door het einde van scha- trekt u de lichtschakelaar 1 naar u...
  • Pagina 62 VERLICHTING (vervolg) Bij het uitschakelen van de ver- lichting, gaan ook de mistlichten voor en achter uit. Mistlichten Mistachterlicht voorzijde Draai de middelste ring van de schakelaar 4 tot het symbool Draai de middelste ring 4 van de naast het merkteken 5 staat. schakelaar 1 zo dat het symbool ver- schijnt bij merkteken 5.
  • Pagina 63: Claxon En Lichtsignaal

    CLAXON EN LICHTSIGNAAL Claxon Alarmknipperlichten Richtingaanwijzers Druk het einde van de lichtscha- Druk op schakelaar 2. Beweeg de schakelaar 1 evenwijdig kelaar 1 naar de stuurkolom of met aan het stuurwiel en in de richting Hiermee schakelt u tegelijkertijd de kracht bij A op de spaken van het waarin u dit gaat draaien.
  • Pagina 64: Brandstoftank

    “Ont- andere dop koopt. Raad- luchten van het brandstofsysteem”. pleeg uw RENAULT-dealer. Tijdens het tanken kunt u de dop aan het haakje 2 hangen. Rook niet tijdens het tanken en ontsteek geen open vuur in de nabijheid van de brandstoftank of de tankdop.
  • Pagina 65 Bij een zware klap treedt het kundig RENAULT-personeel heeft systeem in werking en wordt de gecontroleerd of: brandstoftoevoer onderbroken. - de auto technisch in orde is;...
  • Pagina 66 1.60...
  • Pagina 67: Hoofdstuk 2: Het Rijden

    Hoofdstuk 2: Het rijden (met tips voor zuinig en milieubewust autorijden) Inrijden ................................2.02 Contactslot - Starten/Stilzetten van de motor ..................2.03 - 2.04 Bijzonderheden van de uitvoeringen met benzinemotor ................2.05 van de uitvoeringen met dieselmotor ................. 2.06 Tips voor zuinig rijden en minder luchtverontreiniging ..............2.07 2.09 Het milieu .................................
  • Pagina 68: Inrijden

    INRIJDEN Benzinemotoren Dieselmotor Rijd de eerste 1 000 km niet sneller Rijd de eerste 1 500 km niet sneller dan 130 km/uur in de hoogste ver- dan 110 km/u in de 5e versnelling snelling en laat de motor met niet en trek niet te ver door in de lagere meer dan 3 000 tot 3 500 tr/min versnellingen.
  • Pagina 69: Contactslot - Starten/Stilzetten Van De Motor

    CONTACTSLOT / STARTEN EN STILZETTEN VAN DE MOTOR - Stand M: “Contact aan” Starten van de motor Het contact staat aan: Auto met automatische transmissie • benzinemotor: het contact staat Zie de paragraaf “Automatische aan, u kunt nu starten. transmissie” elders in hoofdstuk 2. •...
  • Pagina 70: Starten En Stilzetten Van De Motor

    STARTEN EN STILZETTEN VAN DE MOTOR (vervolg) Dieselinspuiting Bij strenge vorst (Onder –15°C) Koude of halfwarme motor Druk tijdens het starten het koppe- Draai de contactsleutel in stand lingspedaal in. “contact-voorverwarming” en houd hem in deze stand totdat het contro- Laat de motor even stationair lelampje voorverwarming...
  • Pagina 71 Indien u een van de hierboven ge- zoals: noemde storingen constateert, dient u uw auto zo spoedig mogelijk door • te lang doorrijden als het waar- uw RENAULT-dealer te laten her- schuwingslampje brandstofreser- stellen. ve brandt. Door de in het onderhoudsboekje •...
  • Pagina 72: Bijzonderheden Van De Uitvoering Met Een Dieselmotor

    BIJZONDERHEDEN VAN DE UITVOERING MET EEN DIESELMOTOR Toerental van de dieselmotor Voorzorgen in de winter De dieselmotor heeft een begrenzing Om problemen bij vorst te voorko- die er voor zorgt dat het afgestelde men: motortoerental in geen van de ver- - zorg dat de accu steeds goed gela- snellingen kan worden overschre- den is;...
  • Pagina 73: Tips Voor Zuinig Rijden En Minder Luchtverontreiniging

    RENAULT onderdelen ge- waarbij een laag verbruik, een bruik is uw RENAULT in overeen- stemming wettelijke bruikt worden voor de motor en het hoog rendement en goede presta- brandstof- en uitlaatsysteem van uw...
  • Pagina 74 - Indien banden worden gemon- teerd die niet door RENAULT wor- • Snelheid kost geld. den aanbevolen, kan het verbruik stijgen. • “Sportief” rijden kost brandstof:...
  • Pagina 75 TIPS VOOR ZUINIG RIJDEN EN MINDER LUCHTVERONTREINIGING (vervolg) • Airconditioning: het brandstof- verbruik kan in stadsverkeer met 2 liter per 100 km stijgen als de airconditioning is ingeschakeld. Schakel daarom de airconditio- ning uit als deze niet langer nodig • Vul de tank niet tot aan de rand, u loopt hiermee het gevaar brand- stof te verspillen.
  • Pagina 76: Het Milieu

    (leeg of gevuld met oude olie) weg met het huisvuil. Lever ze in bij de daarvoor bestem- de depots voor klein chemisch af- val of bij uw RENAULT-dealer. Houd u aan de lokale voorschrif- ten. 2.10...
  • Pagina 77: Versnellingshendel

    VERSNELLINGSHENDEL De achteruitrijlichten branden als het contact aan staat en de achter- uitversnelling is ingeschakeld. Auto's uitgevoerd met parkeer- hulp - zie de paragraaf “parkeerhulp” voor de bijzonderheden. Schakelen Houdt u aan de standen die op de knop van de versnellingshendel staan.
  • Pagina 78 HANDREM STUURBEKRACHTIGING Vastzetten Laat het stuurwiel niet te lang in een uiterste stand gedraaid staan om te Bij het vastzetten trekt u de hand- voorkomen dat de stuurbekrachti- greep omhoog. gingspomp beschadigt. De handgreep moet een vrije slag van ongeveer 10 klikken hebben voordat de remmen aangrijpen.
  • Pagina 79 (zonder het ver- niet nodig “pompend” te rem- keer in gevaar te brengen). men. Raadpleeg een RENAULT-dealer. 2.13...
  • Pagina 80: Snelheidsregelaar

    SNELHEIDSREGELAAR Bedieningsknoppen Controle- en waarschuwings- Indien de verkeersomstandigheden dit toelaten, bijvoorbeeld op een lampjes 1 - Hoofdschakelaar Aan-Uit van de snelweg waar het verkeer vlot door- snelheidsregelaar. Dit groene controlelampje stroomt, kunt u de auto met een con- licht op het instrumenten- 2 - Instellen van de gewenste snel- stante snelheid laten rijden zonder paneel op om aan te geven...
  • Pagina 81 SNELHEIDSREGELAAR (vervolg) Inschakelen Rijden Sneller rijden dan de gekozen snelheid Kantel de schakelaar 1 omhoog, het Als een bepaalde snelheid in het ge- controlelampje brandt groen op het heugen is opgenomen, kunt u uw Bijzondere omstandigheden instrumentenpaneel. voet van het gaspedaal nemen. U kunt de snelheid van de auto al- tijd verhogen door het gaspedaal in Wijzigen van de gekozen snelheid...
  • Pagina 82 SNELHEIDSREGELAAR (vervolg) Afzetten van het contact Wanneer u het contact afzet wordt ook het geheugen van de snelheids- regeling gewist. Uitschakelen van de functie Opnieuw inschakelen van de gekozen snelheid De snelheidsregelaar wordt onder- broken bij indrukken van: Als de snelheid in het geheugen is bewaard, kan deze worden opgeroe- - het rempedaal, pen door het indrukken van de “R”...
  • Pagina 83: Snelheidsbegrenzer

    SNELHEIDSBEGRENZER Bedieningsknoppen Controlelampje De snelheidsbegrenzer is een func- tie waarbij u kunt kiezen voor een 1 - Hoofdschakelaar Aan-Uit van de Dit oranje controlelampje maximale rijsnelheid. snelheidsbegrenzer. licht op het instrumenten- Dit kan nuttig zijn, bijvoorbeeld in paneel 2 - Geheugen van de toegestane stadsverkeer of gebieden waar een geven dat de snelheidsbegrenzer in snelheid en instelling.
  • Pagina 84 SNELHEIDSBEGRENZER (vervolg) Rijden Als een maximum snelheid in het geheugen is opgenomen, drukt u het gaspedaal in totdat u de snelheidsli- miet bereikt. Vanaf dat moment gaat de auto niet sneller rijden, ook niet als u het gas- pedaal verder indrukt, behalve in noodgevallen (zie paragraaf “over- schrijding van de maximum snel- heid”).
  • Pagina 85 SNELHEIDSBEGRENZER (vervolg) Sneller rijden dan de ingestelde snelheid Noodsituaties Het blijft altijd mogelijk de ingestel- de maximum snelheid te overschrij- den door zo snel en diep mogelijk het gaspedaal in te drukken (voorbij het “zware punt”). Tijdens het inha- len knippert “SET xxx” op het in- strumentenpaneel om u te waar- schuwen.
  • Pagina 86: Stabiliteitsprogramma Esp

    ELEKTRONISCH STABILITEITS PROGRAMMA: ESP Dit systeem helpt u de controle over Als het systeem in werking is, knip- de auto te behouden in kritieke rijsi- pert het lampje 1 om u te waarschu- tuaties (uitwijken voor een obstakel, wen. verlies van grip op de weg in een bocht, enz.).
  • Pagina 87 1 op het instrumentenpaneel op in combinatie met de boodschap “SERVICE” op het multifunctionele display 3, neem contact op met uw RENAULT-dealer. Uitschakelen van de functie Omdat het ESP voor extra veiligheid zorgt, raden wij u af deze functie Deze functie wordt buiten buiten gebruik te stellen.
  • Pagina 88: Tractiecontrole: Asr

    TRACTIECONTROLE (ASR) Dit systeem helpt het slippen van de Het systeem reageert ook door het aangedreven wielen te beperken en toerental van de motor aan te passen de auto bij het wegrijden of accele- aan de hoeveelheid grip onder de reren te controleren.
  • Pagina 89 1 op het instrumentenpaneel op in combinatie met de boodschap “SERVICE” op het multifunctionele display 3, neem contact op met uw RENAULT-dealer. Uitschakelen van de functie Met het buiten gebruik stellen van de tractiecontrole wordt ook de ESP- In sommige situaties (het rijden op...
  • Pagina 90: Automatische Transmissie

    AUTOMATISCHE TRANSMISSIE Starten Met de selecteurhendel in stand P of N zet u het contact aan. P R N D Houd uw voet op het rempedaal als u de selecteurhendel uit stand P zet. De hendel mag alleen in stand D of R worden geplaatst als de auto stil- staat.
  • Pagina 91 AUTOMATISCHE TRANSMISSIE (vervolg) Accelereren en inhalen Bijzondere gevallen In sommige gevallen kiest (bijv.: ter Druk het gaspedaal snel en diep in bescherming van de motor, bij wer- (voorbij het zware punt van het pe- king van het elektronisch stabiliteits daal). programma ESP) de transmissie tij- Hierdoor wordt, binnen de moge- dens het rijden toch automatisch de...
  • Pagina 92 (op het multifunctionele vlak), handmatig schakelen over te gaan. is er een storing. Raadpleeg zo spoe- Hiermee voorkomt u het automa- dig mogelijk een RENAULT-dealer. tisch achter elkaar schakelen door de versnellingsbak bij stijgen en is het mogelijk op de motor te rem- Slepen van een auto met een au- men bij lange afdalingen.
  • Pagina 93: Parkeerhulp

    De bestuurder moet altijd op zijn hangwagen is aangesloten. Raadpleeg uw RENAULT-dealer. hoede blijven voor plotselinge ge- beurtenissen die tijdens het rijden zich kunnen voordoen: let dus al-...
  • Pagina 94 2.28...
  • Pagina 95 Hoofdstuk 3: uw comfort Verwarming en Ventilatie : ontwerp en bijzonderheden ................3.02 ventilatierooster ..................3.02 - 3.03 verwarming en airconditioning ............3.04 3.07 automatische airconditioning ............... 3.11 3.17 bediening verwarming passagier ............3.06 - 3.13 adviezen voor het gebruik ..............3.08 3.10 Binnenverlichting ..........................
  • Pagina 96: Verwarming - Ventilatie

    VERWARMING - VENTILATIE 3.02...
  • Pagina 97: Ventilatierooster

    VERWARMING - VENTILATIE (vervolg) Ontwerp en bijzonderheden Ventilatieroosters Ventilatieroosters dashboard Door twee inlaatroosters op de bui- 1 Uitstroomopeningen naar de zit- De zijroosters 6 en centrale roosters tenspiegels wordt buitenlucht in de plaatsen achter. 8 zijn draaibaar. Ook kunnen zij auto aangevoerd.
  • Pagina 98 VERWARMING - VENTILATIE met handbediende airconditioning (vervolg) Bedieningsknoppen 5 - Regelen van de tempera- 1a 1b tuur. 1a-1b - Ontwasemen functie “hel- der bicht”. Om de temperatuur te verhogen draait u de knop naar rechts en naar 2 - Klimaatregeling. de andere kant om de temperatuur 3 - Knop voor de verdeling van de te verlagen.
  • Pagina 99 VERWARMING - VENTILATIE met handbediende airconditioning (vervolg) (vervolg) 3-4-8 - Verdeling van de lucht 7 - Regelen van de ventilateur- Ook worden de achterruit en de bui- tenspiegels verwarmd. in het interieur snelheid Na 15 minuten schakelt de functie Wij adviseren de volgende standen: Verschuif de knop naar rechts terug naar de ontwasemen-ont- om de ventilateur sneller te la-...
  • Pagina 100 VERWARMING - VENTILATIE - bedieningspaneel passagierskant (vervolg) De voorpassagier kan de tempera- tuur van de verwarming aan zijn of haar kant regelen. Ga als volgt te werk : - Schakel het bedieningspaneel in door op toets 1, te drukken, het controlelampje licht op.
  • Pagina 101 VERWARMING - VENTILATIE airconditioning (vervolg) 2 - Airconditioning 9 - Afsluiten van de buitenlucht. 1a 1b Voor een optimale werking van de Met deze functie wordt de lucht airconditioning moeten de ramen vanuit het interieur aangezogen en gesloten blijven tijdens het rijden. zonder toevoeging van buitenlucht teruggevoerd in de auto.
  • Pagina 102 VERWARMING - VENTILATIE tips voor het gebruik (vervolg) Uw auto laten afkoelen (na par- keren in volle zon) Zet alle ruiten open om de hete lucht te laten ontsnappen en start de motor. Open de ventilatieroosters in het dashboard en zet: - de luchtverdeling in de “zomer”...
  • Pagina 103 VERWARMING - VENTILATIE tips voor het gebruik (vervolg) (vervolg) Verwarmen van uw auto bij koud weer Sluit de ventilatieroosters in het dashboard en zet: - de luchtverdeling in de “winter” stand, - de temperatuurregelknop zo warm mogelijk, - de ventilateursnelheid op maxi- maal als de motor op temperatuur is gekomen.
  • Pagina 104 VERWARMING - VENTILATIE tips voor het gebruik (vervolg) (vervolg) Ontwasemen/ontdooien van de 1a 1b ruiten Sluit de centrale roosters van het dashboard en schakel de functie “helder zicht” in (1b, twee controle- lampjes gaan branden). Zodra het zicht voldoende is, scha- kelt u de gewenste luchtverdeling in met de toetsen 1a-3-4- of 8.
  • Pagina 105: Thermostatisch Geregelde Airconditioning

    THERMOSTATISCH GEREGELDE AIRCONDITIONING Temperatuur (automatische wer- 5 - Temperatuurregeling van het in- terieur (+) king) 6 - Thermostatische regeling De thermostatische regeling van de schakelen verwarming en de airconditioning 7 - Afstelling ventilateursnelheid zorgt ervoor dat de temperatuur in het interieur (extreme weersom- 8 - Temperatuurregeling van het in- standigheden daargelaten) optimaal terieur (–)
  • Pagina 106 THERMOSTATISCH GEREGELDE AIRCONDITIONING (vervolg) Als u een temperatuur boven de 28°C wilt instellen, geeft het dis- play 4 HI (high) aan. Het systeem staat op maximale verwarming, maar de automatische werking is uitgeschakeld. Als u een temperatuur onder de De aangegeven waarde is de door u 16°C wilt instellen geeft het display gekozen temperatuur.
  • Pagina 107 THERMOSTATISCH GEREGELDE AIRCONDITIONING (vervolg) Bedieningspaneel passagiers- kant De bediening wordt uitgeschakeld De voorpassagier kan de tempera- als de bestuurder de “helder zicht” tuur aan zijn of haar kant regelen. functie selecteert. Ga als volgt te werk : - Kies de gewenste temperatuur aan de kant van de voorpassagier van 16 tot 28°...
  • Pagina 108 THERMOSTATISCH GEREGELDE AIRCONDITIONING (vervolg) Elektrische ontwaseming van Een tweede keer indrukken van de toets, schakelt de functie “helder de voorruit en de achterruit. zicht” in (twee lampjes branden). Druk op de toets 1b, het controle- Hierdoor worden voorruit en zijrui- lampje brandt.
  • Pagina 109 THERMOSTATISCH GEREGELDE AIRCONDITIONING (vervolg) Druk een van de volgende toetsen Wijzigen van de ventilateur- in om de automatische werking te snelheid verlaten. Normaal zorgt het systeem automa- tisch voor de juiste ventilateursnel- Het controlelampje in toets 6 dooft. heid om de ingestelde temperatuur - Toets 3: de lucht wordt alleen naar te bereiken en te handhaven.
  • Pagina 110 THERMOSTATISCH GEREGELDE AIRCONDITIONING (vervolg) Aan- / uitzetten van de aircondi- Afsluiten van de buitenlucht tioning - Druk op de toets 11, het controle- lampje brandt. Normaal schakelt het systeem au- tomatisch de airconditioning in of De toevoer van buitenlucht is nu af- uit, afhankelijk van de weersom- gesloten, waarbij het systeem de standigheden.
  • Pagina 111 Raadpleeg in van de airconditioning. reikt wordt. dit geval een RENAULT-dealer. Geen koude lucht - Toch is het niet raadzaam om het verschil in temperatuurinstelling Wanneer de airconditioning niet...
  • Pagina 112: Binnenverlichting

    BINNENVERLICHTING Automatische werking van de bin- nenverlichting (in de stand ver- lichting bij openen portieren) Binnenlicht 1 en kaartleeslamp- Verlichting onder zonneklep - Als de portieren worden ontgren- je 2 deld met de afstandsbediening Kantel de zonneklep naar beneden. gaat de binnenverlichting 15 se- Met het kantelen van schakelaar 3 Druk op schakelaar 4.
  • Pagina 113 BINNENVERLICHTING (vervolg) Automatische werking van de bin- nenverlichting (in de stand ver- lichting bij openen portieren) Binnenlicht achter 5 en kaart- - Als de portieren worden ontgren- leeslampje 6 deld met de afstandsbediening gaat de binnenverlichting 15 se- Met het kantelen van schakelaar 7 condes branden.
  • Pagina 114 BINNENVERLICHTING (vervolg) Verlichting voetenruimte Grondverlichting Bagageverlichting - Het lichtpunt 1 gaat branden bij - Een lichtpunt 2 aan de onderkant - De verlichting 3 gaat branden als het openen van een portier. van ieder portier verlicht de grond de achterklep geopend wordt. bij het openen van het portier.
  • Pagina 115: Ruitbediening Voor

    RUITBEDIENING VOOR Initialiseren In geval van stroomstoring (b.v.: lege of losgenomen accu, on- derbreking van de voeding, defecte zekeringen enz.) Na herstel van de stroomtoevoer: - open het portier - zet het contact aan - laat de ruit zakken - sluit het portier - trek de schakelaar omhoog voor het omhoog laten gaan van de ruit - als de ruit in de bovenste stand...
  • Pagina 116: Ruitbediening Achter

    RUITBEDIENING ACHTER Om de ruit omhoog te laten gaan Trek schakelaar 6 omhoog. Vanaf de bestuurdersplaats bedie- nen de schakelaars 3 en 4 (zie vorige pagina) de ruiten achter. Ruitbediening achter Om de ruit te laten zakken Kinderveiligheid De schakelaar 5 schakelt de Druk op de schakelaar 6 om de ruit werking scha-...
  • Pagina 117: Voorruit / Zonnegordijn

    VOORRUIT / ZONNEGORDIJN Warmtewerende voorruit Make-up spiegel De ruit is voorzien van een reflecte- Til het klepje 2 op van de zonne- rende laag die de zonnewarmte (in- klep. frarood straling) tegenhoudt. De zone 1 is bestemd voor het ge- bruik van op afstand leesbare door- laatvergunningen (bijv.: tolwegen, parkeergarages enz.).
  • Pagina 118: Elektrisch Bediend Open Dak

    In deze stand opent u gelijktijdig: een speciaal product dat verkrijg- - de ruiten voor en achter baar is in de RENAULT Boutique. - het open dak Open het dak niet direct na een - het gordijn voor wasbeurt of een regenbui.
  • Pagina 119: Gordijn Van Het Open Dak

    GORDIJN VAN HET OPEN DAK Gordijn voor van het open dak Gordijn achter van het glazen Contact aan: Druk de handgreep 4 omhoog om Oprollen Let op dat het sluiten van het gordijn te ontgrendelen en bege- Druk kort op schakelaar 3. het open dak geen gevaar leid het oprollen van het gordijn oplevert voor de passagiers.
  • Pagina 120: Opbergruimtes

    OPBERGRUIMTES Centrale opbergruimte Lade Dashboardkastje passagier Til het deksel 1 op om het te ope- Druk bij 3 en laat los om de lade te Om dit te openen, drukt u op nen. openen. deksel 4. De opbergruimte wordt verlicht bij Om de lade te sluiten drukt u hem Aan de binnenkant van het deksel het openen van het deksel.
  • Pagina 121: Opbergruimtes In Het Interieur

    OPBERGRUIMTES IN HET INTERIEUR (vervolg) Bergruimte in middelste arm- Kaartenbak portieren 2 Opbergruimte achter 3 steun achter Trek deksel 1 omhoog. Schuif de armsteun om hem in te stellen afhankelijk van de stand van de voorstoel. 3.27...
  • Pagina 122 OPBERGVAKKEN / ASBAK / AANSTEKER Opbergruimte in de rugleuning Asbak in middenconsole voor Accessoire-aansluiting van de voorstoelen Druk het midden van de klep 2 naar (zelfde type als aansteker) beneden om de asbak te openen. In de ruimte 1 kunnen niet te dikke Contact aan, til het lipje 4 op en documenten opgeborgen worden.
  • Pagina 123: Hoedenplank

    HOEDENPLANK Hoedenplank 1 Vlakke vloer De hoedenplank kan worden ver- Als u de hoedenplank onderstebo- wijderd als u de koordjes 2 los- ven in de bagageruimte neerlegt, maakt. ontstaat een vlakke vloer als de ach- terbank is neergeklapt. Til vervolgens de hoedenplank iets op en trek hem naar achteren.
  • Pagina 124: Achterbank

    ACHTERBANK Rugleuning neerklappen De achterbank kan in zijn geheel of in twee delen worden neergeklapt Verwijder de hoofdsteunen achter. voor het vervoer van grote voorwer- Druk knop 2 naar beneden en kantel pen. de rugleuning naar voren. Zitkussen naar voren klappen Til het zitkussen 1 op en druk het verticaal tegen de voorstoelen.
  • Pagina 125: Bagageruimte

    BAGAGERUIMTE Sluiten De achterklep wordt tegelijk met de portieren elektrisch vergrendeld of Trek de klep omlaag, waarbij u het ontgrendeld als u de afstandsbedie- eerste stuk gebruik kunt maken van ning gebruikt. de handgreep 3 in de klep. Laat de handgreep 3 los als deze op schouderhoogte is en druk de achter- Openen klep van buitenaf naar beneden, het...
  • Pagina 126: Vervoer Van Bagage

    VERVOER VAN BAGAGE Let er bij het vervoer op dat de voor- werpen met hun langste zijde steu- nen tegen ofwel: - De rugleuning van de achterbank in de normale gevallen. - De neergeklapte achterbank als u De zwaarste voorwerpen grote voorwerpen moet vervoeren.
  • Pagina 127: Hoofdstuk 4: Onderhoud

    Hoofdstuk 4: Onderhoud Motorkap ................................4.02 Peil van de motorolie ..........................4.03 - 4.04 Olie verversen ..............................4.05 Oliesoort van de motor ........................4.06 - 4.07 Het peil van: remvloeistof ..........................4.08 koelvloeistof ..........................4.09 stuurbekrachtigingspomp ......................4.10 accu ............................4.10 ruitensproeiervloeistof ......................
  • Pagina 128: Motorkap

    MOTORKAP Sluiten van de motorkap Om de motorkap te sluiten houdt u deze omhoog, maakt u de steun 3 weer vast in de klem 4 en pakt u de voorkant van de kap in het midden vast en laat u de kap naar beneden zakken.
  • Pagina 129: Oliepeil Van De Motor

    1 liter olie per 1 000 km moet bijvullen, dient u dit - Als het oliepeil goed is, wordt dit aan uw RENAULT-dealer te melden. niet op het instrumentenpaneel aangegeven (de koelvloeistoftem- Controleer het oliepeil regelmatig...
  • Pagina 130 OLIEPEIL VAN DE MOTOR (vervolg) V6 L7X 2l F4R 2.2 dCi (Bij)vullen Via de dop 1, vult u olie bij. Controleer het peil met behulp van de peilstaaf 2. Vul nooit olie bij bo- ven het “maxi”-peil (B) en vergeet niet de dop terug te plaatsen.
  • Pagina 131: Olie Verversen

    OLIE VERVERSEN 2l F4R V6 L7X Plug 1 - (verwijder de bescherm- Gemiddelde inhoud bij verversen plaat om hierbij te kunnen). (ter informatie) Ongunstige gebruiksomstandighe- motor V6 L7X : 4,9 liter den kunnen het nodig maken dat de motor 2l F4R : 5 liter motorolie eerder wordt ververst dan motor 2.2 dCi G9T...
  • Pagina 132 SOORT MOTOROLIE BENZINEMOTOR Buitentem- -30°C -20°C -15°C -10°C 0°C +10°C +20°C +25°C +30°C peratuur ACEA A2/A3 15W40-15W50 Landen van de ACEA A1*/A2/A3 10W30-10W40-10W50 Europese Unie ACEA A1*/A2/A3 0W30-5W30 ACEA A1*/A2/A3 0W40-5W40-5W50 * Olie voor een lager brandstofverbruik. Buitentem- -30°C -20°C -15°C -10°C 0°C...
  • Pagina 133 SOORT MOTOROLIE DIESELMOTOR Buitentem- -30°C -20°C -15°C -10°C 0°C +10°C +20°C +25°C +30°C peratuur ACEA B2/B3 15W40-15W50 Landen van de ACEA B2/B3 10W40-10W50 Europese Unie ACEA B2/B3 5W30 ACEA B2/B3 5W40-5W50 * Olie voor een lager brandstofverbruik. Buitentem- -30°C -20°C -15°C -10°C 0°C...
  • Pagina 134 Na werkzaamheden aan het hydrau- lische circuit moet de remvloeistof worden vervangen door een des- kundige. Gebruik hiervoor uitsluitend door RENAULT goedgekeurde remvloei- stof uit een verzegelde verpakking. Remvloeistof Controleer regelmatig het peil van de remvloeistof en zeker als u bij het remmen een verschil, hoe gering ook, opmerkt.
  • Pagina 135: Koelvloeistof

    RENAULT goedgekeurde producten temperatuur van de koelvloeistof te die zorgen voor een bescherming: verlagen, onafhankelijk van het toe- rental van de motor. Laat de motor - tegen bevriezen;...
  • Pagina 136: Stuurbekrachtigingspomp

    De olie is op het juiste peil als de Houd open vuur verwijderd van de koude olie in het reservoir 1 tussen accu: explosiegevaar. de merktekens Mini en Maxi staat. Gebruik voor het eventueel bijvul- len uitsluitend een door RENAULT goedgekeurd product. 4.10...
  • Pagina 137 PEILEN (vervolg) Ruitensproeiervloeistof Inhoud: - ongeveer: 8 liter Vullen: verwijder dop 1 door een vinger in het gat 2 te plaatsen. Het vloeistofpeil ziet u aan de hoeveel- heid vloeistof in de slang 3. Van hieruit worden ook de kop- lampsproeiers gevoed.
  • Pagina 138: Luchtfilter

    LUCHTFILTER Motor V6 en L7X Microfilter Raadpleeg uw RENAULT-dealer. Interval voor het vervangen van het filterelement: onder- Interval houdsboekje van uw auto. Raadpleeg het onderhoudsboekje. Vervangen: raadpleeg RENAULT-dealer. G9T-V6-L7X Maak de drie bouten 1 los, kantel het deksel naar de voorkant van de auto, vervang het filterelement en zet het deksel vast.
  • Pagina 139: Onderhoud Van De Carrosserie

    Bescherming tegen corrosieve Wat u niet moet doen invloeden • De auto wassen in de felle zon of • Een niet door RENAULT goedge- Uw auto is op doelmatige wijze te- als het vriest. keurde hogedrukreiniger gebrui- gen roestvorming beschermd. Toch ken om mechanische delen (bijv.
  • Pagina 140 • Bewegende delen of mechanische den bijvoorbeeld), organen moeten na reiniging al- • Laat uw RENAULT-dealer regel- tijd met een door RENAULT goed- - uitwerpselen van vogels die de matig de carrosserie inspecteren gekeurd product opnieuw wor- lak snel doen verkleuren of zelfs in verband met de RENAULT den beschermd.
  • Pagina 141: Onderhoud Van De Bekleding

    Veeg de ruit tenslotte voorzichtig af met een droge zachte doek. Gebruik geen producten op alco- holbasis. In de RENAULT Boutique vindt u een uitgebreid gamma speciale onderhoudsproducten voor uw auto. 4.15...
  • Pagina 142 4.16...
  • Pagina 143: Hoofdstuk 5: Praktische Tips

    Hoofdstuk 5: Praktische tips Krik - Wielmoersleutel - Wieldop ........................5.02 Verwisselen van een wiel ........................5.03 5.05 Banden (veiligheid, wielen, wintergebruik) ..................5.06 5.08 Ruitenwisserbladen (vervangen) ........................5.09 Lampen voor (vervangen van een lamp) ................... 5.10 5.13 Lampen achter (vervangen van een lamp) ..................5.14 - 5.15 Binnenverlichting (vervangen van een lamp) ...................
  • Pagina 144: Krik - Wielmoersleutel - Wieldop

    KRIK - WIELMOERSLEUTEL - WIELDOP Krik - wielmoersleutel Wieldop Deze zijn opgeborgen onder de ach- Maak de wieldop los met het daar- terbank. voor bestemde haakje. Let bij het weer vastmaken van de Verwijderen: wieldop op de stand ten opzichte Kantel het zitkussen van de bank van het ventiel 2.
  • Pagina 145: Verwisselen Van Een Wiel

    VERWISSELEN VAN EEN WIEL R 1 3 2 4 6 Parkeer de auto op een stevige en Draai de wielbouten iets los, zet Krik plaatsen: horizontale ondergrond (plaats in- daarbij de wielmoersleutel zo op de Houd de krik horizontaal met de dien nodig een stevige ondersteu- wielbouten dat u deze omlaag moet kop van de krik onder het centreer-...
  • Pagina 146 Bevestig het niet onder de auto. Leg het wiel goed op het midden van de steun. Laat het reservewiel regelmatig door uw RENAULT-dealer con- troleren. Na verloop van tijd kan het door veroudering onbruik- baar worden. 5.04...
  • Pagina 147 VERWISSELEN VAN EEN WIEL (vervolg) Uw auto heeft een reserve- Als de auto weer op zijn wielen rust, wiel met beperkte gebruiks- trekt u de bouten goed vast. mogelijkheden; u mag hier- Berg het wiel met de lekke band op mee niet sneller rijden dan de plaats van het reservewiel op.
  • Pagina 148: Banden (Veiligheid, Wielen, Wintergebruik)

    Onderhoud van de banden voldoen aan de door RENAULT ge- nen de banden worden beschadigd, De banden moeten in goede staat stelde eisen. Raadpleeg bij twijfel...
  • Pagina 149 - slechte wegligging, Wielen: - kans op een klapband of het loslaten van het loopvlak. Gebruik uitsluitend door RENAULT voor uw auto goedgekeurde wielen, De bandenspanning is afhanke- raadpleeg uw RENAULT-dealer. lijk van de belading en de snel- heid van de auto.
  • Pagina 150 Wij raden u in ieder geval aan uw van het achterwiel monteren. RENAULT-dealer te raadplegen. Hij weet als geen ander welke voorzieningen het beste bij uw auto passen. 5.08...
  • Pagina 151: Ruitenwisserbladen (Vervangen)

    RUITENWISSERBLADEN Vervangen van de ruitenwis- Monteren van een ruitenwis- Vervangen van een ruitenwis- serbladen voor 1 serblad voor serblad achter - Trek de ruitenwisserarm omhoog. Monteer het ruitenwisserblad in - Trek de ruitenwisserarm omhoog. omgekeerde volgorde van losma- - Maak het slangetje van de ruiten- - Kantel het blad horizontaal.
  • Pagina 152: Lampen Voor: Vervangen Van Een Lamp

    - Vervang het lampje - Maak de veer 2 los en verwijder de lamp mag uitsluitend door een lamp. RENAULT-dealer worden gedaan. Type lamp: W 5 W. Halogeenlamp type H7. Raak nooit het glas van een halo- geenlamp aan. Houd de lamp vast aan de metalen voet.
  • Pagina 153 Veeg de koplamp tenslotte voorzich- tig af met een droge zachte doek. Raadpleeg RENAULT-dealer voor het verwijderen van diepere krassen. Richtingaanwijzer Terugplaatsen: Gebruik geen producten op al- - Plaats de nok 4 in de geleider.
  • Pagina 154: Mistlichten

    (bedrading, organen en in het bijzonder de dy- namo). Laat eventuele veranderin- gen door uw RENAULT-dealer uit- voeren. beschikt over benodigde onderdelen die nodig zijn voor de aanpassing.
  • Pagina 155: Zijverlichting

    ZIJVERLICHTING: vervangen van een lamp Wip het zijknipperlicht 1 met een Draai de lamphouder een kwart slag kleine schroevendraaier los. en maak de lamp los. Type lamp: W 5 W. 5.13...
  • Pagina 156: Achterlichten

    ACHTERLICHTEN: vervangen van een lamp Derde remlicht Kentekenverlichting Open de achterklep Vervang de defecte lamp. - Wip het lamphuis los met een klei- ne schroevendraaier in de uitspa- - Maak het lamphuis los door de Type lamp: W 5 W. ring 2.
  • Pagina 157 ACHTERLICHTEN: vervangen van een lamp (vervolg) A Knipperlicht. Peervormige oranje lamp met ba- jonetfitting, P 21 W. B Mistlicht. Peervormige lamp met bajonetfit- ting, P 21 W. C Achteruitrijlichten. Peervormige lamp met bajonetfit- ting, P 21 W. D Markeringslichten. Peervormige lamp met bajonetfit- ting, P 5 W.
  • Pagina 158: Binnenverlichting (Vervangen Van Een Lamp)

    Bagageverlichting Verlichting voetenruimte Grondverlichting - Wip het lamphuis los met een klei- Raadpleeg RENAULT-dealer - Wip het lamphuis los met een klei- ne schroevendraaier in de uitspa- voor het vervangen van een lamp. ne schroevendraaier in de uitspa- ring 1.
  • Pagina 159 BINNENVERLICHTING: lampen vervangen (vervolg) Binnenlicht voor Binnenlicht achter Wip het lamphuis los met een klei- - Draai de lamphouder 2 of 3 met Wip het lamphuis met een kleine ne schroevendraaier in de uitspa- een kwart slag uit het lamphuis en schroevendraaier los.
  • Pagina 160 BINNENVERLICHTING: lampen vervangen (vervolg) Verlichting dashboardkastje Verlichting onder zonneklep - Wip het lamphuis los met een klei- - Wip het lamphuis met een kleine ne schroevendraaier in de uitspa- schroevendraaier los. ring 1. - Draai de lamphouder een kwart - Draai de lamphouder met een slag en maak de lamp los.
  • Pagina 161: Bougies - Afstandsbediening Portiervergrendeling (Batterijtjes)

    RENAULT- Gebruik batterijtjes type CR 2016 dealer gaan om de nieuwe combina- 3 V, verkrijgbaar bij uw RENAULT- tie te laten initialiseren. dealer. De batterijen hebben een levens- duur van ongeveer 2 jaar. 5.19...
  • Pagina 162: Zekeringen

    Zorg dat u altijd reservelampen ding goed op het desbetreffende ap- en zekeringen in uw auto hebt. paraat is aangesloten. Uw RENAULT-dealer kan u deze Controleer ook of de bedrading goed leveren. op het desbetreffende apparaat is aangesloten.
  • Pagina 163 ZEKERINGEN (vervolg) Bestemming van de zekeringen (afhankelijk van de uitvoering van de auto) etiket B Symbool Bestemming Symbool Bestemming Symbool Bestemming Mistlichten aan de voor A.B.S. - E.S.P. Xenonlampen zijde Navigatie / Radio Airbag Toerenteller Instrumentenpaneel Schakelaar E.S.P. Bedieningspaneel Ruitensproeiers voor en verwarming achter Ruitbediening achter links...
  • Pagina 164 Ruitbediening achter Hier bevinden zich de zekeringen aangegeven in hoofdstuk 3. van de koplampen. De overige, niet genoemde, zekeringen zijn kracht- Elektrisch verstelbare pas- zekeringen. Deze mogen alleen door sagiersstoel een RENAULT-dealer worden ver- vangen. Elektrisch verstelbare be- stuurdersstoel 5.22...
  • Pagina 165: Luidsprekers

    - Volg altijd nauwgezet de inbouwvoorschriften van de radiofabrikant op. - De benodigde steunen en verbindingskabels die de RENAULT Boutique u kan leveren verschillen per type autoradio. Raadpleeg uw RENAULT-dealer voor meer bijzonderheden - Wijzig niet zelf de bedrading van de auto of van de autoradio want door een verkeerde aansluiting kan de elektri- sche installatie worden beschadigd (bedrading, organen en in het bijzonder de dynamo).
  • Pagina 166: Telefoonvoorbereiding

    Wip het rooster 4 los en plaats de microfoon van de “Handsfree set”. - Een voedingsstekker (+ permanent + accessoire, massa, mute radio) bevinden zich onder de opberg- ruimte 3 in de middelste armsteun voor. Raadpleeg RENAULT-dealer voor het inbouwen van de telefoon. 5.24...
  • Pagina 167: Accessoires

    Gebruik dergelijke in het bijzonder de dynamo). apparatuur daarom alleen met een Laat eventuele veranderingen buitenantenne. door uw RENAULT-dealer uit- Wij raden u aan om rekening te voeren. houden met de verkeersomstan- • In geval van achteraf inbouwen...
  • Pagina 168: Dakdragers

    Controleer onderweg ook regelma- tig of de lading goed vastzit Gebruik uitsluitend de daartoe door RENAULT goedgekeurde accessoi- res op de dakdragers. Dakdragers Uw auto is uitgerust met vier beves- tigingspunten voor het monteren...
  • Pagina 169: Accu

    ACCU: storing Bij een storing Verbreek de verbinding met de accu door de min-pool los te draaien. Losmaken van de accu Zet het contact uit en wacht tot de rode diode van de CD-Rom lezer van het navigatiesysteem is ge- doofd.
  • Pagina 170 Houd de accu schoon en droog. tact aan. Laat anders een accu met Laat de capaciteit van de accu regel- een grotere capaciteit monteren. matig controleren: Raadpleeg hiervoor uw RENAULT- - Vooral als de auto veel korte dealer. (stads-)ritten maakt. Voor...
  • Pagina 171 ACCU: storing (vervolg) Starten met starthulpkabels Controleer of de kabels A en B el- kaar nergens raken en of kabel A (+) Sluit de starthulpkabels als volgt geen metalen delen van de hulpauto aan tussen de twee auto's: raakt. Controleer of de starthulpkabels dik Start de motor op de normale wijze.
  • Pagina 172: Slepen

    Gebruik van een garage- hangwagengewicht van de slepende krik: auto niet worden overschreden. Raadpleeg uw RENAULT-dealer. Plaats de krik uitsluitend op de door onze techni- sche dienst voorgeschreven plaatsen onder de auto.
  • Pagina 173 SLEPEN: pech (vervolg) RENAULT adviseert gebruik van een sleepstang. Indien u een touw of kabel gebruikt bij het slepen (als dit wettelijk toegestaan is), moet de auto die gesleept wordt nog kun- nen remmen. De auto die gesleept wordt, moet te allen tijde bestuurbaar zijn.
  • Pagina 174: Brandstoffilter (Dieselmotor)

    - niet aan het brandstofsysteem ko- Dankzij deze voorziening kunt u 's men en de auto niet starten voor- winters, mits de auto vorstvrij gestald dat deze door een RENAULT- wordt, tot –18°C blijven rijden zonder dealer is nagekeken. speciale toevoegingen aan de brand- dCi uitvoering stof.
  • Pagina 175: Hoofdstuk 6: Technische Gegevens

    Hoofdstuk 6: Technische gegevens Massa van auto en aanhangwagen ...................... 6.02 - 6.03 Gegevens van de motor ..........................6.04 Maten ................................6.05 Identificatieplaatjes ..........................6.06 6.08 Onderdelen en reparaties ..........................6.09 6.01...
  • Pagina 176: Massa Van Auto En Aanhangwagen

    MASSA VAN AUTO EN AANHANGWAGEN MASSA (in kg) - Basisuitvoering zonder opties. Bepaalde gewichten kunnen per land verschillen door afwij- kende meetvoorwaarden. Raadpleeg uw RENAULT-dealer. Uitvoeringen (constructeursplaatje) 2.0 16V 2.2 dCi Type van de auto DEOU06 DEOK06 DEOT06 DEOT02 (zie constructeursplaatje)
  • Pagina 177 MASSA VAN AUTO EN AANHANGWAGEN (vervolg) Laat uw RENAULT-dealer een trek- haak monteren en de bedrading van de auto aanpassen. Aanhangwagenmassa (caravan, boot enz.): Respecteer de in het land toegelaten maximale massa’s. - Trekkende auto: als de toegelaten totaalmassa wordt...
  • Pagina 178: Gegevens Van De Motor

    – Ontstekingsvolgorde 1-3-4-2 1-6-3-5-2-4 1-3-4-2 *(1) Gebruik uitsluitend door RENAULT goedgekeurde bougies. Het type staat aangegeven op een sticker in de motorruim- te, raadpleeg anders uw RENAULT-dealer. Montage van een niet voorgeschreven bougietype kan tot ernstige motor- schade leiden. 6.04...
  • Pagina 179: Maten

    MATEN (in meters) 4,642 1,550 1,835 (2) Draaicirkel • tussen muren: 11,7 m 1,556 (1) Met dakdragers ongeveer 11,1 cm meer (2) Met spiegels ongeveer 25,8 cm meer 6.05...
  • Pagina 180: Identificatieplaatjes

    IDENTIFICATIEPLAATJES 6 Type van de auto 7 Uitrustingsniveau 8 Laknummer 9 Fabricagenummer 10 Beperkte serie en uitrusting 11 Stoelbekledingscode 12 Interieurbekledingscode De gegevens op het constructeurs- 1 Identificatienummer serie- plaatje A en op het motorplaatje nummer moeten bij eventuele klachten en bij 2 Maximaal toegelaten totaalmassa het bestellen van onderdelen altijd van de auto...
  • Pagina 181 IDENTIFICATIEPLAATJES (vervolg) Chassis-identificatie Indicatie van het Vehicle Identification Number 6.07...
  • Pagina 182 IDENTIFICATIEPLAATJES (vervolg) De gegevens op het constructeurs- plaatje en op het motorplaatje moe- ten bij eventuele klachten en bij het bestellen van onderdelen altijd worden vermeld. Motorplaatje B (de plaats is afhankelijk van het mo- tortype) 1 Type van de motor 2 Indicenummer van de motor 3 Nummer van de motor 6.08...
  • Pagina 183: Onderdelen En Reparaties

    Door het gebruik van Originele RENAULT Onderdelen houdt u de prestaties van uw RENAULT opti- maal. Bovendien hebben reparaties die door een RENAULT-dealer zijn uitgevoerd met Originele RENAULT Onderdelen 1 jaar garantie.
  • Pagina 184: Aantekeningen

    AANTEKENINGEN 6.10...
  • Pagina 185 ALFABETISCHE INHOUDSOPGAVE A aanhangwagenmassa ........6.02 - 6.03 C carrosserie (onderhoud) ......... 4.13 - 4.14 aansteker ..............3.28 centrale opbergruimte ..........3.26 aanvullende veiligheidsvoorzieningen ..1.13 1.18 claxon ................. 1.57 ABS (antiblokkeersysteem van de wielen) .... 2.13 controlelampjes ..........1.36 1.40 accessoires ..............
  • Pagina 186 ALFABETISCHE INHOUDSOPGAVE I identificatie van de auto ......6.06 Mmake-up spiegeltjes ........... 3.23 6.08 in één oogopslag ............0.02 markeringslichten ........ 1.55 - 5.10 - 5.15 inhoud brandstoftank ..........1.58 massa's ............... 6.02 inrijden ............... 2.02 maten ................6.05 instrumentenpaneel ........1.36 1.45 mechanisch onderhoud ........
  • Pagina 187 ALFABETISCHE INHOUDSOPGAVE R radioinformatie ............1.45 V veiligheid van de kinderen ......1.22 1.31 remlichten ............5.14 - 5.15 ventilatieroosters ........... 3.02 - 3.03 remvloeistof .............. 4.07 verlichting: afstellen ........1.55 1.57 reservewiel ........... 5.02 5.08 centrale opbergruimte ......3.26 richtingaanwijzers ....
  • Pagina 190 C R É A T E U R D ' A U T O M O B I L E S Het instructieboekje - 60 25 411 368 – NU 647-2 – Januari 2002 – Édition néerlandaise...