AUTOMATISCHE TRANSMISSIE
3
Selecteurhendels 3 en 4
(behalve de E-Tech hybride versie)
Afhankelijk van de auto kunt u de hendels 3
en 4 gebruiken om de versnelling te wijzigen
als de hendel in stand D staat.
3: naar een lagere versnelling schakelen (-).
4: naar een hogere versnelling schakelen
(+).
De standen P, N en R kunnen niet met de
hendels worden ingeschakeld.
2.16
(4/6)
Stand handgeschakeld
(auto's met schakelpeddels)
Tijdens het rijden in stand D kunt u overscha-
kelen naar handgeschakelde modus met de
peddels 3 en 4 op het stuurwiel. Afhankelijk
4
van de auto zijn twee handmatige rijstijlen
beschikbaar:
– in de "tijdelijke" handgeschakelde
modus kunt u geforceerd schakelen,
door kort op één van de twee peddels te
drukken. De rijmodus D en de ingescha-
kelde versnelling verschijnen op het in-
strumentenpaneel.
Opmerking: de versnellingsbak gaat
naar de automatische modus D als de
ingeschakelde versnelling niet meer opti-
maal is voor de rijprestaties of als de ped-
dels al enige tijd niet zijn gebruikt.
– activeer de permanente handschakel-
modus door een van de peddels inge-
drukt te houden. De rijstijlmodus M en de
ingeschakelde versnelling verschijnen op
het display 5 op het instrumentenpaneel.
5
Opmerking: afhankelijk van de auto
keert u terug naar de automatische
modus door de peddel rechts ingedrukt
te houden of door de tip-hendel 1 een of
twee klikken omlaag te zetten.
In alle gevallen:
– Voor een lagere versnelling drukt u op de
linkerhendel;
– Voor een hogere versnelling drukt u op
de rechterhendel.
Opmerking: de indicatoren + en - adviseren
de bestuurder om naar een hogere of lagere
versnelling te schakelen.