STARTEN, STOPPEN VAN DE MOTOR
1
Wegrijden
De kaart moet worden ingevoerd binnen de
detectiezone 1.
Om te starten:
– op voertuigen met een automatische ver-
snellingsbak: in de stand P trapt u het
rempedaal in, drukt u op de knop 2 en
laat u het rempedaal los zodra de motor
aanslaat. op E-Tech hybride voertuigen
verschijnt het bericht READY op het in-
strumentenpaneel en hoort u een ge-
luidssignaal. Het bericht verdwijnt als de
snelheid boven ongeveer 5 km/u komt;
(1/4)
– bij voertuigen met een handgeschakelde
versnellingsbak: trap het rempedaal in,
druk op knop 2 en laat het rempedaal los
zodra de motor is gestart. Als een ver-
snelling is ingeschakeld, moet u ook het
koppelingspedaal indrukken.
Zet altijd het contact uit als u
iets gaat doen onder de mo-
torkap.
Bijzonderheden
– Als niet is voldaan aan één van de start-
voorwaarden, verschijnt het bericht
"Druk het rempedaal in + START" of
2
"Ontkoppelen + START" of "Zet versnel-
lingshendel op P" op het instrumentenpa-
neel.
– in sommige gevallen moet het stuurwiel
worden bewogen bij het indrukken van
de startknop 2 om het ontgrendelen van
de stuurkolom mogelijk te maken, het
bericht "Draai stuurwiel + START" waar-
schuwt u daarvoor.
2.3