VEILIG UITSTAPPEN VOOR PASSAGIER
4
De functie in-/uitschakelen via
het multimediascherm 4
Zie de multimedia-instructies voor het in-/uit-
schakelen van de functie.
Wanneer de auto wordt ontgrendeld,
keert de functie terug naar de laatst
opgeslagen status op het multimedia-
scherm.
2.184
(3/3)
Omstandigheden waarin de
dodehoekwaarschuwing niet
werkt
– de auto rijdt en staat niet volledig stil;
– de auto is van buitenaf vergrendeld;
– er zijn bewegende objecten (motoren,
fietsen, voetgangers, voertuigen, enz.)
naar of in de buurt van uw auto met een
lage snelheid die door het systeem niet
als een risico worden beschouwd;
– het bereik van de sensoren in de ach-
terbumper wordt bedekt door objecten,
zoals andere bijzonder breed gepar-
keerde voertuigen die zeer dicht bij uw
auto geparkeerd staan.
Als de auto is uitgerust met een trekhaak die
door het systeem wordt herkend, wordt het
bericht "Rijhulpsystemen niet beschikbaar"
op het instrumentenpaneel weergegeven.
Hiermee wordt u geïnformeerd dat de func-
tie niet operationeel is.
Raadpleeg uw merkdealer voor het kiezen
van de uitrusting die aangepast is aan uw
auto.
storingen
Als het systeem een storing detecteert, ver-
schijnt het bericht "Controleer zijsensoren"
op het instrumentenpaneel. Ga naar een
merkdealer.
Deze functie is een extra rij-
hulpmiddel en kan bepaalde
voertuigen of bewegende ob-
jecten in de buurt van uw voer-
tuig mogelijk niet detecteren. Deze func-
tie vervangt op geen enkele manier de
waakzaamheid en verantwoordelijkheid
van de bestuurder en de inzittenden van
het voertuig, die altijd verantwoordelijk
zijn om bijzondere aandacht te besteden
aan de verkeerssituatie en het gebied te
controleren voordat ze de auto verlaten.
Storingen van het systeem
Bepaalde omstandigheden (complexe
omgeving, slechte weersomstandighe-
den, enz.) kunnen het systeem versto-
ren of de correcte werking ervan verhin-
deren, met het risico op valse alarmen.