ACTIVE DRIVER ASSIST
16
De functie "Rijbaan centreren
assistentie" uitschakelen
De functie "Rijbaan centreren assistentie"
wordt gedeactiveerd als:
– u drukt op 16. De functie wordt uitgescha-
keld en het bericht "Lane keeping assist
gedeactiveerd" verschijnt ter bevestiging;
Opmerking: drukken op de schake-
laar 16 schakelt de functie "Rijbaan cen-
treren assistentie" uit, maar heeft geen
gevolgen voor de werking van de adap-
tieve snelheidsregelaar Stop and Go;
2.140
(12/15)
– De Stop and Go adaptieve snelheidsre-
gelaar is ingeschakeld ➥ 2.107.
Opmerking: drukken op de knop 14
schakelt tegelijk de functie adap-
tieve snelheidsregelaar Stop and Go en
de functie "Rijbaan centreren assistentie"
uit;
– het systeem detecteert dan gedurende
een periode van ongeveer 45 seconden
geen handen meer op het stuurwiel;
– de functie "Rijbaan centreren assistentie"
kan worden uitgeschakeld via het mul-
timediascherm (selecteer in de Wereld
"Voertuig" het tabblad "Rijondersteuning"
en dan het menu "Lane Keeping-
systeem").
Het controlelampje 22
toren voor de linker- en rechterstreep 21 ver-
dwijnen van het instrumentenpaneel.
storingen
14
Als een storing wordt gedetecteerd in de func-
tie "Rijbaan centreren assistentie", wordt het
bericht "Controleer de Rijstrookcentrering"
weergegeven op het instrumentenpaneel en
wordt de functie uitgeschakeld.
De Stop and Go adaptieve snelheidsrege-
laar blijft in werking.
Ga naar een merkdealer.
en de indica-