WAARSCHUWING BIJ VERLATEN VAN RIJSTROOK
storingen
In geval van een storing blijven de indicato-
ren linker- en rechterstreep (en, afhankelijk
van de weergavestijl, het waarschuwings-
lampje
grijs op het instrumenten-
paneel.
In sommige gevallen wordt het bericht
"Rijhulpsystemen niet beschikbaar" of het
©
waarschuwingslampje
ven op het instrumentenpaneel samen met
het bericht "Rijhulpsystemen controleren" of
"Controleer camera voor".
Ga naar een merkdealer.
2.60
Deze functie is een extra hulp tijdens het rijden. Deze functie kan in geen geval de
waakzaamheid en verantwoordelijkheid van de bestuurder vervangen; deze moet
altijd de controle over zijn auto behouden.
Werkzaamheden/reparaties van het systeem
– Bij een botsing kan de uitlijning van de camera worden gewijzigd, wat gevolgen kan
weergege-
hebben voor de correcte werking. Schakel de functie uit en neem contact op met een
merkdealer.
– Alle werkzaamheden in de buurt van de camera (reparaties, vervangingen, aanpassin-
gen aan de voorruit) moeten worden uitgevoerd door een vakman.
Enkel een merkdealer mag aan het systeem werken.
Storingen van het systeem
Bepaalde omstandigheden kunnen het systeem storen of de correcte werking ervan ver-
hinderen, zoals:
– bedekte voorruit (vuil, ijs, sneeuw, condensatie enzovoort).
– een complexe omgeving (tunnel enzovoort);
– slechte weersomstandigheden (sneeuw, zware regen, hagel, ijzel, enz.).
– slecht zicht (nacht, mist enzovoort);
– de wegmarkeringen zijn onregelmatig of moeilijk te onderscheiden (bijv. gedeeltelijk
gewist, grote onderlinge afstand, oneffen wegdek, enz.);
– verblinding (felle zon, lichten van tegemoetkomende auto's enzovoort);
– de weg is smal, bochtig of golvend (scherpe bochten enzovoort);
– u rijdt dicht achter een andere auto op dezelfde rijstrook.
Risico van vals alarm of afwezigheid van waarschuwingen
(5/5)