Download Print deze pagina

Advertenties

ADAPTIEVE SNELHEIDSREGELAAR
1
2
Plaats van de camera 1
Zorg ervoor dat de voorruit niet is bedekt
(door vuil, modder, sneeuw, enz.).
Plaats van de radar 2
Zorg ervoor dat de beschermplaat van de
radar niet wordt geblokkeerd (vuil, modder,
sneeuw, een slecht gemonteerde nummer-
plaat) of wordt geraakt, gewijzigd (bijv. met
autolak) of verborgen door accessoires aan
de voorkant van het voertuig (bijv. op de
grille of het logo).
(3/22)
4
3
7

Bedieningsknoppen

3 – Omhoog: kruissnelheid activeren en
verhogen of herinneren aan de opge-
slagen kruissnelheid (RES/+);
– Omlaag: kruissnelheid activeren en
verlagen of huidige snelheid opslaan
(SET/-).
4 Uitschakelen van de functie (de inge-
stelde snelheid blijft in het geheugen) (0).
5 De volgafstand instellen.
6 Adaptieve snelheidsregelaar, hoofdknop
voor stoppen/starten
7 Contextuele knop (afhankelijk van de
auto).
5
6
worden uitgevoerd om de goede werking
van het systeem te waarborgen.
.
Het gebied rond de radar en
camera moet schoon worden
gehouden en in dit gebied
mogen geen manipulaties
2.109

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Espace 2023Austral 2023