TIPS VOOR HET RIJDEN, ECO-MODUS
Tips voor het rijden en ECO-
rijden
Rijgedrag
– Rijd kalm tot de motor zijn bedrijfstem-
peratuur heeft bereikt; dit is beter dan
warmdraaien bij stilstaande auto.
– Snelheid kost geld.
– Bij een dynamische rijstijl waarbij u vaak
en krachtig versnelt en vertraagt, zal de
tijdswinst niet opwegen tegen de ge-
maakte brandstofkosten.
(6/7)
– Laat het toerental van de motor in de
lagere versnellingen niet te ver oplopen.
Kies indien mogelijk altijd de hoogste ver-
snelling.
– Rijd bij een stoplicht kalm weg.
– Rem zo weinig mogelijk. Regel de snel-
heid van de auto met het gaspedaal door
voor een obstakel of een bocht tijdig gas
terug te nemen.
– Geef op een helling geen gas bij maar
houd het gaspedaal bij voorkeur in de-
zelfde stand.
– Bij een moderne auto is het niet nodig bij
het schakelen tweemaal te ontkoppelen
of voor het stilzetten van de motor nog
even gas te geven.
– Diepe plassen, overstromingen:
Rijd niet door als het water
op de weg hoger staat
dan de onderrand van de
velgen.
Hinder bij het rijden
Gebruik aan de bestuurders-
kant matten die geschikt zijn
voor de auto en zet deze vast
aan de vooraf geïnstalleerde onderde-
len. Controleer regelmatig of ze goed
vastzitten. Stapel niet meerdere matten
op elkaar.
Gevaar van hakende pedalen
2.33