SNELHEIDSREGELAAR
4
Veranderen van de ingestelde
snelheid
U kunt de kruissnelheid variëren door op de
knop 4 te drukken:
– omhoog op (RES/+) om de snelheid te
verhogen;
– omlaag op (SET/-) om de snelheid te ver-
lagen.
Opmerking: door het omhoog of omlaag
ingedrukt houden van de 4-knop kunt u de
snelheid steeds met 10 km/u wijzigen.
2.104
(3/5)
Sneller rijden dan de gekozen
snelheid
U kunt de snelheid van de auto altijd verho-
gen door het gaspedaal in te drukken.
Zo lang u te snel rijdt, knippert de ingestelde
snelheid geel op het instrumentenpaneel.
Laat daarna het gaspedaal los: na enkele
seconden gaat uw auto automatisch weer
met de oorspronkelijk ingestelde snelheid
rijden.
Let op: u moet de voeten dicht
bij de pedalen te houden om te
kunnen ingrijpen bij noodsitua-
ties.
Als de functie snelheidsrege-
laar niet meer beschikbaar is
(na verschillende pogingen om
deze te activeren), neemt u
contact op met een erkende dealer.