3-16
Stoelen en veiligheidssystemen
Bestuurderskant afgebeeld,
passagierskant is vergelijkbaar
De gordijnairbags voor de
bestuurder, voorpassagier en
buitenste passagiers op de tweede
zitrij zitten in het plafond boven de
zijruiten.
Airbag deactiveren
De auto heeft een aan/uit-schake-
laar voor de airbags in het
handschoenenkastje. De aan/
uit-schakelaar voor de airbags wordt
gebruikt om de front- en knieairbag
van de voorpassagier handmatig
aan of uit te zetten.
De front- en knieairbag van de
voorpassagier moeten uitgezet
worden als een kinderveiligheids-
systeem op de passagiersstoel
wordt geïnstalleerd. De zij-airbag in
de stoel van de voorpassagier, de
airbags in de daklangsdrager en alle
bestuurdersairbagsystemen blijven
actief.
GEVAAR
Risico van dodelijk letsel voor een
kind dat een kinderveiligheidssys-
teem op een stoel gebruikt met
geactiveerde airbag van de
voorpassagier.
Risico van dodelijk letsel voor een
volwassene op een stoel met
gedeactiveerde airbag van de
voorpassagier.
WAARSCHUWING
Als de front- en knieairbag van de
voorpassagier zijn uitgeschakeld
voor een persoon die niet aan de
voorwaarden voldoet zoals
vermeld in deze handleiding,
geniet deze persoon niet de extra
bescherming van de airbags. Bij
een aanrijding kunnen de airbags
niet afgaan en bieden ze geen
(Vervolg)