3-6
Stoelen en veiligheidssystemen
Wanneer de auto ingeschakeld is,
activeert deze functie de stoelver-
warming automatisch tot een niveau
afhankelijk van de temperatuur in de
auto. Het actieve stoelverwarmings-
niveau (hoog, medium, laag of uit)
wordt aangegeven door de lampjes
van de handbediende toetsen voor
de stoelverwarming op de midden-
console. Gebruik de toetsen op het
aanraakscherm of de handbediende
toetsen voor de stoelverwarming op
de middenconsole om de automati-
sche stoelverwarming uit te zetten.
Als de passagiersstoel niet bezet is,
wordt de automatische stoelverwar-
mingsfunctie voor die stoel niet
geactiveerd.
De automatische stoelverwarmings-
functie kan zodanig worden gepro-
grammeerd dat deze altijd actief is
wanneer de auto is ingeschakeld.
Zie Persoonlijke instellingen op
pagina 5 53.
Extern starten van stoelver-
warming
Wanneer het buiten koud is, kunnen
de stoelverwarmingen geprogram-
meerd worden om automatisch in te
schakelen als de auto op afstand
wordt gestart. Tenzij de automati-
sche stoelverwarmingsfunctie
beschikbaar en geactiveerd is.
wordt de stoelverwarming geannu-
leerd wanneer de auto ingeschakeld
wordt. Als de auto automatische
stoelverwarming heeft en de functie
geactiveerd is, gaat het stoelverwar-
mingsniveau automatisch naar het
niveau afhankelijk van de tempera-
tuur in de auto wanneer de auto
ingeschakeld wordt.
De controlelampjes op de toetsen
voor stoelverwarming gaan niet
branden tijdens starten op afstand.
Het is mogelijk dat de stoelverwar-
ming bij een lege stoel niet zo goed
verwarmd. Dit is normaal.
De stoelverwarmingen zullen niet
inschakelen als op afstand wordt
gestart, tenzij de stoelverwarmings-
functie is geactiveerd in het menu
met Persoonlijke instellingen. Zie
Persoonlijke instellingen op
pagina 5 53 voor meer informatie.