Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

9-30
Rijden en bedienen
Druk de TCS/ESC-knop opnieuw
kort in om het systeem opnieuw
in te schakelen.
Als u de cruise control gebruikt
terwijl StabiliTrak wordt ingescha-
keld, wordt de cruise control
automatisch uitgezet. Druk de knop
van cruise control terug in om het
opnieuw te activeren wanneer de
wegomstandigheden dit toelaten.
Zie Cruise control op pagina 9 30.

Cruise control

Met de cruise control kan de auto
een snelheid handhaven van circa
40 km/h (25 mph) of meer, zonder
dat u uw voet op het gaspedaal
hoeft te houden. Cruise control
werkt niet bij snelheden lager dan
40 km/u (25 mph).
Met de Traction Control en de
Elektronische stabiliteitsregeling
(ESC) kan het systeem beginnen
om het doorslippen van de wielen te
beperken terwijl u de cruise control
gebruikt. Als dat gebeurt, wordt de
cruise controle automatisch uitge-
schakeld. Zie Traction Control-sys-
teem (TCS) op pagina 9 26 of
Elektronische stabiliteitsregeling
(ESC) op pagina 9 28.
De knoppen voor de cruise control
bevinden zich op het stuurwiel.
1
(Aan/Uit): Indrukken om het
cruise control-systeem aan en uit te
zetten. Er gaat een controlelampje
aan en uit op de instrumentengroep.
(Annuleer): Indrukken om
cruise control uit te zetten zonder de
ingestelde snelheid uit het
geheugen te wissen.
RES/+ (hervatten/versnellen):
Draai het duimwieltje omhoog om
de auto weer met een eerder
ingestelde snelheid te laten rijden of
om te accelereren.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave