Motorondersteunde verwarming
(aangesloten)
Indien aanwezig schakelt deze
functie de motorondersteunde
verwarming in of uit zodra de auto
wordt aangesloten. Een veranderde
instelling gaat pas van kracht als de
auto voor het eerst weer uitgezet
wordt.
De opties voor de motoronders-
teunde verwarming zijn:
Bij koude buitentemperaturen:
Bij extreem koude buitentempe-
raturen:
Om de motorondersteunde verwar-
ming (aangesloten) in of uit te
schakelen:
1. Druk op het voertuigmenu.
2. Selecteer Klimaat- en luchtkwa-
liteit.
3. Schakel de functie motoronders-
teunde verwarming (aange-
sloten) in of uit.
4. Druk op Back (terug) om terug te
gaan naar het vorige menu.
Comfort en gemak
Selecteer het menu Comfort en
gemak voor de volgende functies:
Chime Volume (volume geluids-
signaal)
Button Chime (knop geluids-
signaal)
Energy Summary Exit Pop-up
(pop-up voor het sluiten van het
energie-overzicht)
Charge Cord Theft Alert
(waarschuwing bij diefstal van
oplaadkabel)
Charge Power Loss Alert
(waarschuwing verminderde
oplaadstroom)
Aanpassing door de bestuurder
Chime Volume (volume geluids-
signaal)
Hiermee kan het volume van het
geluidssignaal op normaal of hoog
worden ingesteld.
Instrumenten en knoppen
Om het volumeniveau van het
geluidssignaal te selecteren:
1. Druk op het voertuigmenu.
2. Selecteer Comfort and Conve-
nience (comfort en gemak).
3. Selecteer Chime Volume
(volume geluidsniveau).
4. Selecteer het volumeniveau.
5. Druk op Back (terug) om terug te
gaan naar het vorige menu.
Button Chime (knop geluids-
signaal)
Hiermee kunt u instellen of u een
geluidstoon wilt horen wanneer een
selectie wordt uitgevoerd via het
infotainmentsysteem.
Om de knop geluidssignaal in of uit
te schakelen:
1. Druk op het voertuigmenu.
2. Selecteer Comfort and Conve-
nience (comfort en gemak).
5-57