10-10
Verzorging van het voertuig
of vuile rijomstandigheden moet het
luchtfilter bij elke olieverversings-
beurt worden gecontroleerd.
Hoe motorluchtfilter inspec-
teren?
Om het luchtfilter te inspecteren
verwijdert u het uit de motorluchtfil-
tereenheid en schudt u het zachtjes
om los stof en vuil te verwijderen.
Indien aangekoekt vuil op het lucht-
filter aanwezig blijft, is een nieuw
luchtfilter nodig.
1. Bevestigingsklemmen
2. Luchtkanaalklem
3. Elektrische connector
Luchtfilter inspecteren of vervangen:
1. Open de motorkap. Zie Motorkap
op pagina 10 3.
2. Zoek de motorluchtfiltereenheid
op aan de passagierskant van
de motorruimte. Zie Overzicht
motorruimte op pagina 10 5.
3. Koppel het luchtkanaal los door
de luchtkanaalklem (2) los te
maken.
4. Koppel de stekker (3) los.
5. Haal de bevestigingsklemmen
(1) uit de motorluchtfiltereenheid.
6. Draai en kantel het luchtfilter-
deksel een beetje omhoog en
schuif het naar buiten. Verwijder
het luchtfilter.
Hoe motorluchtfilter weer
installeren?
1. Installeer het luchtfilter in de
motorluchtfiltereenheid. De
buitenste luchtfilterafdichting
moet correct in de motorluchtfil-
tereenheid worden aangebracht.
2. Breng het luchtfilterdeksel weer
aan door het omlaag te brengen
tot het de onderkant van de
motorluchtfiltereenheid raakt.
Plaats de bevestigingsklemmen
(1) op de motorluchtfiltereenheid
en zet ze vast. De achterste
lippen moeten in het onderste
deel van het luchtfilter worden
vastgezet.
3. Koppel het luchtkanaal weer
vast en zet de luchtkanaalklem
(2) vast.
4. Sluit de stekker weer aan (3).