9-52
Rijden en bedienen
de helft of minder is gevuld en tank
vervolgens bij met de brandstof voor
het huidige seizoen.
De tank vullen
Er moet een speciaal proces bij het
tanken van het brandstofsysteem
van deze auto worden gebruikt om
de uitlaatgasdampen onder controle
te houden. Tanken met de auto:
1. Druk één seconde op de knop
voor de brandstofklep op het
bestuurdersportier. Het bericht
WAIT TO REFUEL (wachten met
tanken) wordt op het Driver
Information Center weerge-
geven.
2. Als het bericht READY TO
REFUEL (klaar om te tanken)
wordt weergegeven, wordt de
brandstofklep aan de passa-
gierszijde ontgrendeld. Duw de
achterste rand van de brandstof-
klep naar binnen en laat los om
de klep te openen.
3. Draai de brandstofdop linksom
om hem te verwijderen. Hang
het riempje van de brandstofdop
tijdens het tanken aan de haak
op de binnenkant van de brand-
stofklep. Voltooi het tanken
binnen 30 minuten nadat u op
de knop voor de brandstofklep
op het bestuurdersportier hebt
gedrukt. Als het tanken meer
dan 30 minuten duurt, moet u
weer op de knop voor de brand-
stofklep drukken.
4. Plaats na het tanken de brand-
stofdop terug door deze
rechtsom te draaien totdat de
dop klikt. Sluit de brandstofklep.
Zorg bij het tanken dat de tank niet
tot de rand of te veel wordt bijgevuld
en wacht enkele seconden voordat
u het tankpistool verwijdert.
Verwijder brandstof op gelakte
oppervlakken zo snel mogelijk. Zie
Verzorging van het exterieur op
pagina 10 63.