auto kan op een verlaagd niveau
worden opgeladen. Zie "Charge
Level Selection" (oplaadniveau
selecteren) onder Opladen op
pagina 5 29. In de modus voor een
verlaagd oplaadniveau hoeft er
geen apart circuit te worden
gebruikt, maar neemt de oplaad-
tijd toe.
Deze auto kan worden opgeladen
met standaard oplaadapparatuur
voor auto's conform:
SAE J1772
IEC 61851-1
IEC 61851-22
IEC 62196-1
IEC 62196-2
Hieronder staan de minimale belas-
tingseisen vermeld voor circuits die
worden gebruikt om deze auto op te
laden:
230 V/10 A
Oplaadapparatuur met een
nominale waarde van minimaal
230 V/16 A geeft de kortste oplaad-
tijd voor het opladen van de
hoogspanningsaccu. Circuits van
230 V/32 A bieden flexibiliteit voor
de oplaadeisen van toekomstige
auto's. Neem altijd de installatie-
voorschriften in acht bij de gebruikte
oplaadapparatuur. Neem voor meer
informatie contact op met uw dealer.
Gebruik geen niet-geaarde adapters
voor stekkers.
Let op!: Gebruik geen draagbare
of losse back-upapparatuur om
de auto op te laden. Hierdoor kan
het laadsysteem van de auto
beschadigd raken. Laad de auto
alleen op via het stroomnet.
Rijden en bedienen
Brandstof
Gebruik loodvrije brandstof die
voldoet aan DIN EN 228.
Er mogen ook vergelijkbare gestan-
daardiseerde brandstoffen met een
ethanolgehalte van max. 10%
worden gebruikt. Gebruik in dat
geval alleen brandstof die voldoet
aan DIN 51625.
Gebruik brandstof met het aanbe-
volen octaangehalte van 95 of
hoger. Bij het gebruik van brandstof
met een te laag octaangehalte
kunnen het motorvermogen en
-koppel afnemen en neemt het
brandstofverbruik iets toe.
Gebruik van zomer- en winter-
brandstof
Gebruik zomer- en winterbrand-
stoffen in de desbetreffende
seizoenen. Als de verkeerde brand-
stof wordt gebruikt, kan dit invloed
hebben op de rijeigenschappen of
het starten. Rijd op de brandstof-
motor tot de brandstoftank nog voor
9-51