2-20
Sleutels, portieren en ruiten
naar een vooraf ingestelde hoogte.
Weersomstandigheden zoals
extreme ijsvorming kunnen er ook
voor zorgen dat het raam automa-
tisch weer opengaat. Het raam
werkt weer normaal zodra het
obstakel of de omstandigheid verwij-
derd is.
Antiklemfunctie bij snel
openen of sluiten van ramen
uitschakelen
In een noodgeval kan de antiklem-
functie worden uitgeschakeld in een
gecontroleerde modus. Houd de
raambedieningsschakelaar vast tot
de tweede stand is bereikt. Het
raam blijft omhoog komen zolang de
schakelaar vastgehouden wordt.
Zodra de schakelaar wordt losge-
laten, wordt de snelmodus opnieuw
geactiveerd.
In deze modus kan het raam ook
dicht als er een obstakel tussen zit.
Ga zorgvuldig om met het uitscha-
kelen van de antiklemfunctie.
Elektrische ramen program-
meren
Als de 12V-accu losgekoppeld of
leeg is geweest, kan het nodig zijn
de elektrisch bediende ruiten
opnieuw te programmeren.
De elektrisch bediende ruiten
programmeren:
1. Sluit alle portieren terwijl de auto
aan is of terwijl de functie voor
permanente accessoirevoeding
is geactiveerd. Zie Permanente
voeding accessoires (RAP) op
pagina 9 12.
2. Trek aan de ruitschakelaar om
het raam helemaal te sluiten.
Blijf de ruitschakelaar nog twee
seconden lang vasthouden
nadat de ruit is gesloten.
3. Herhaal dit voor elke ruit.
Raambediening op afstand
De auto kan zijn uitgerust met
raambediening op afstand waarmee
alle ruiten van buitenaf geopend
kunnen worden door
houden op de afstandsbedienings-
zender (RKE).
Deze functie kan worden uitgescha-
keld door een dealermonteur.
ingedrukt te